Home

Parket bij de Hoge Raad, 18-12-2018, ECLI:NL:PHR:2018:1386, 17/04015

Parket bij de Hoge Raad, 18-12-2018, ECLI:NL:PHR:2018:1386, 17/04015

Gegevens

Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Datum uitspraak
18 december 2018
Datum publicatie
20 december 2018
ECLI
ECLI:NL:PHR:2018:1386
Formele relaties
Zaaknummer
17/04015

Inhoudsindicatie

Conclusie AG. Liquidatieproces Passage. Verdachte is veroordeeld voor betrokkenheid bij meerdere moorden en een poging daartoe. Art. 289 Sr. Middelen over o.m. uitleg en toepassing kroongetuigenregeling art. 226g e.v. Sv, de toelaatbaarheid van een levenslange gevangenisstraf in het licht van art. 3 EVRM en de vraag of o.b.v. art. 6 en 13 EVRM schending redelijke termijn in h.b. moet worden verdisconteerd in executiefase. Verzoek tot het stellen van prejudiciële vragen over de uitleg van art. 5 Kaderbesluit EAB. De AG geeft de Hoge Raad in overweging het cassatieberoep te verwerpen en het verzoek af te wijzen. Samenhang met 17/03276, 17/03280, 17/03297, 17/03339 en 17/03459.

Conclusie

Nr. 17/04015

Zitting: 18 december 2018

Mr. A.E. Harteveld

Conclusie inzake:

[verdachte]

  1. De verdachte is bij arrest van 29 juni 2017 door het gerechtshof Amsterdam wegens (zaak A, zaaksdossier ‘Tanta’) “medeplegen van moord, meermalen gepleegd”, (zaak B, zaaksdossier ‘Cobra’) 1. meer subsidiair “medeplichtigheid aan moord”, (zaak B, zaaksdossier ‘Opa’) 2. primair “medeplegen van moord” en (zaak B, zaaksdossier ‘Indiana’) 3. primair “medeplegen van poging tot moord”, veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. Daarnaast heeft het hof beslissingen genomen ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen, een en ander zoals nader in het arrest omschreven.

  2. Er bestaat samenhang met de zaken 17/03276, 17/03280, 17/03297, 17/03339 en 17/03459. Ook in deze zaken zal ik vandaag concluderen.

  3. Het cassatieberoep is ingesteld namens de verdachte en mr. R.J. Baumgardt en mr. P. van Dongen, beiden advocaat te Rotterdam, hebben dertien middelen van cassatie voorgesteld.

Het Passageproces

4. De strafzaak tegen de verdachte is onderdeel van verschillende strafzaken die bekend zijn geworden onder de noemer ‘liquidatieproces Passage’ (hierna ook: Passageproces). Dit proces is gestart op 9 februari 2009. Op 29 januari 2013 deed de rechtbank Amsterdam uitspraak in dit liquidatieproces. Op 28 februari 2013 is het proces in hoger beroep gestart bij het gerechtshof Amsterdam. De uitspraak vond plaats op donderdag 29 juni 2017. Het proces startte aanvankelijk met twaalf verdachten die beschuldigd werden van betrokkenheid bij liquidaties, pogingen daartoe of de voorbereiding daarvan. Een aantal van hen werd daarnaast beschuldigd van – onder meer – wapendelicten en het vormen van een criminele organisatie, gericht op het plegen van liquidaties. In de loop van het strafproces zijn twee verdachten overleden.1 Met twee andere verdachten, [getuige 1] en [getuige 2] , heeft het Openbaar Ministerie een zogeheten kroongetuigenovereenkomst gesloten. In ruil voor onder meer een lagere strafeis, hebben deze verdachten een verklaring afgelegd over verschillende moorden die hebben plaatsgevonden in de periode 1993 tot en met 2006. Onder meer op basis van deze verklaringen heeft het gerechtshof negen verdachten veroordeeld. Eén verdachte is vrijgesproken.2 De andere verdachten zijn veroordeeld tot vrijheidsstraffen, waarvan in vier gevallen een levenslange gevangenisstraf. Zes verdachten zijn in cassatie gegaan, waaronder de verdachte.

Zaaksdossiers

5. De strafzaken tegen de verdachte en de medeverdachten zijn een uitvloeisel van verschillende politieonderzoeken naar strafbare feiten. Doordat de strafzaken zeer omvangrijk zijn, is in de procedure bij de rechtbank en het hof veelal teruggevallen op de namen van deze onderzoeken. Om de leesbaarheid van deze conclusie te bevorderen, noem ik de namen van de voor de cassatieprocedure relevante onderzoeksdossiers:

- Het onderzoeksdossier ‘Tanta’ ziet op de moord op [betrokkene 5] en [betrokkene 6] in 1993.

- Het onderzoeksdossier ‘Opa’ ziet op de moord op [betrokkene 7] in 1993.

- Het onderzoeksdossier ‘Cobra’ ziet op de moord op [betrokkene 8] en [betrokkene 9] in 1993.

- Het onderzoeksdossier ‘Agenda’ ziet op de moord op [betrokkene 14] in 2005.

- Het onderzoeksdossier ‘Perugia’ ziet op de moord op [betrokkene 10] in 2006.

- Het onderzoeksdossier ‘Indiana’ ziet op de poging tot moord op [betrokkene 11] in 2000.

- Het onderzoeksdossier ‘Nicht’ ziet op de poging moord/voorbereiding van moord op [betrokkene 12] in de periode 2002-2007.

- Het onderzoeksdossier ‘Oma’ ziet op de poging moord/voorbereiding van moord op [betrokkene 13] in de periode 2004-2005.

- Het onderzoeksdossier ‘Wapen’ ziet op het voorhanden hebben vuurwapens.

- Het onderzoeksdossier ‘Wapenhandel’ ziet op het handelen in vuurwapens.

Leeswijzer

6. In deze conclusie worden in totaal dertien middelen besproken. Daarvan wordt eerst middel 1 (over de financiering van de rechtsbijstand) besproken. Vervolgens worden de middelen 2 tot en met 4 (over de kroongetuigeregeling) en 5 en 6 (over het gebruik van de verklaringen van getuige [getuige 13] voor het bewijs) behandeld. Daarna komen middel 7 (over de telecomgegevens), middel 8 (over onder meer medeplegen) en middel 9 (over diverse bewijsklachten) aan de orde. Tot slot worden de middelen 10 tot en met 13 (over de strafoplegging) beoordeeld.

De bewezen verklaarde feiten

Financiering van de rechtsbijstand

Kroongetuigen

Het wettelijk kader

(On)toelaatbare toezeggingen: ‘ [betrokkene 23] -weglatingen’

Rechterlijke toetsing van getuigenbeschermingsmaatregelen?

Betrouwbaarheid kroongetuige

Getuigenverklaringen [getuige 13]

Telecomgegevens

Diverse klachten ‘Tanta’

Diverse klachten ‘Opa’

Strafoplegging: levenslange gevangenisstraf

Strafoplegging: redelijke termijn

Slotsom