Rechtbank Amsterdam, 18-07-2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:4544, NL23.2551 en NL23.2552
Rechtbank Amsterdam, 18-07-2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:4544, NL23.2551 en NL23.2552
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Amsterdam
- Datum uitspraak
- 18 juli 2023
- Datum publicatie
- 21 juli 2023
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:RBAMS:2023:4544
- Zaaknummer
- NL23.2551 en NL23.2552
Inhoudsindicatie
Het beroep dat een Oekraïense burger instelde tegen de afwijzing van zijn aanvraag om zijn inreisverbod op te heffen, verklaart de rechtbank ongegrond.
Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Amsterdam
Bestuursrecht
Zaaknummers: NL23.2551 (Beroep)
NL23.2552 (Voorlopige voorziening)
V-nummer: [nummer]
uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken en de voorzieningenrechter in de zaken tussen
[eider] ,
geboren op [geboortedag] 1980, van Oekraïense nationaliteit, eiser/verzoeker, hierna: eiser
(gemachtigde: mr. M.A.M. Karsten),
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
(gemachtigde: mr. C. van der Zijde).
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank/voorzieningenrechter (hierna: rechtbank) het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag tot opheffing van zijn inreisverbod van 11 november 2020.
Verweerder heeft deze aanvraag met het bestreden besluit van 16 januari 2023 afgewezen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep, samen met het verzoek om een voorlopige voorziening, op 23 juni op zitting behandeld. Eiser en verweerder hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.