Home

Rechtbank Den Haag, 12-02-2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:1456, C-09-460986 - FA RK 14-1441(echtscheiding) / C-09-472564 - FA RK 14-6785 (verdeling)

Rechtbank Den Haag, 12-02-2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:1456, C-09-460986 - FA RK 14-1441(echtscheiding) / C-09-472564 - FA RK 14-6785 (verdeling)

Gegevens

Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak
12 februari 2015
Datum publicatie
13 februari 2015
Annotator
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2015:1456
Zaaknummer
C-09-460986 - FA RK 14-1441(echtscheiding) / C-09-472564 - FA RK 14-6785 (verdeling)
Relevante informatie
Burgerlijk Wetboek Boek 1 [Tekst geldig vanaf 01-05-2023 tot 01-07-2023], Burgerlijk Wetboek Boek 1 [Tekst geldig vanaf 01-05-2023 tot 01-07-2023] art. 392, Burgerlijk Wetboek Boek 1 [Tekst geldig vanaf 01-05-2023 tot 01-07-2023] art. 397

Inhoudsindicatie

Bij de berekening van de kinderalimentatie wijkt de rechtbank ten aanzien van de alleenstaande-ouderkop af van de richtlijnen die zijn opgesteld door de landelijke expertgroep alimentatienormen. Sinds 1 januari 2013 bepalen deze normen dat het kindgebonden budget dat ouders ontvangen in mindering strekt op het gevonden tabelbedrag eigen aandeel kosten van kinderen. Met de invoering van de Wet hervorming kindregelingen per 1 januari 2015 hebben alleenstaande ouders die in aanmerking komen voor een kindgebonden budget recht op een verhoging van dit kindgebonden budget met de zogenoemde alleenstaande-ouderkop van maximaal € 3.050,00 (voor 2015). De expertgroep alimentatienormen beveelt aan om het totale kindgebonden budget (dus inclusief de alleenstaande-ouderkop) in mindering te doen strekken op het gevonden tabelbedrag eigen aandeel kosten van kinderen. Deze aanbeveling kan er in bepaalde gevallen toe leiden dat er geen behoefte meer resteert waarin de ouders moeten voorzien, waardoor er geen aanleiding zou zijn voor het opleggen van een onderhoudsbijdrage ten laste van de andere niet primair verzorgende ouder.

De rechtbank leidt uit de wetsgeschiedenis van de Wet hervorming kindregelingen af dat het in de bedoeling van de wetgever ligt dat de alleenstaande-ouderkop ten goede komt aan de alleenstaande primair verzorgende ouder (zie bijvoorbeeld Kamerstukken 33716, nr. 3, blz. 8). De hiervoor vermelde aanbeveling van de expertgroep heeft in het onderhavige geval echter tot gevolg dat de vrouw als alimentatiegerechtigde ouder er minder dan de wetgever bedoeld heeft op vooruit gaat, omdat zij minder kinderalimentatie ontvangt. De man zou daarentegen minder behoeven te betalen, terwijl hij wel over draagkracht beschikt om meer bij te dragen aan de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarigen. De rechtbank volgt de aanbeveling voor zover die ziet op de alleenstaande-ouderkop daarom niet, en brengt – anders dan de aanbeveling – bij het berekenen van de kinderalimentatie het bedrag van de alleenstaande-ouderkop niet in mindering op het gevonden tabelbedrag eigen aandeel kosten van kinderen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Meervoudige Kamer

7x

Rekestnummer: FA RK 14-1441(echtscheiding) / FA RK 14-6785 (verdeling)

Zaaknummer: C/09/460986 (echtscheiding) / C/09/472564 (verdeling)

Datum beschikking: 12 februari 2015

Scheiding

Beschikking op het op 25 februari 2014 ingekomen verzoek van:

[de vrouw],

de vrouw,

wonende te [woonplaats],

advocaat: mr. E.H. de Milliano-Machielse te Katwijk.

Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de man],

Procedure

Feiten

Beoordeling

Beslissing