Rechtbank Limburg, 07-05-2015, ECLI:NL:RBLIM:2015:3856, C/03/198998 / FA RK 14-3756
Rechtbank Limburg, 07-05-2015, ECLI:NL:RBLIM:2015:3856, C/03/198998 / FA RK 14-3756
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Limburg
- Datum uitspraak
- 7 mei 2015
- Datum publicatie
- 9 juni 2015
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:RBLIM:2015:3856
- Zaaknummer
- C/03/198998 / FA RK 14-3756
Inhoudsindicatie
Bijstandsverhaal, gezinsbijstand onder Participatiewet, man onderhoudsplichtig t.o.v. zowel ex als kind, relevantie van kgb en aok conform het Tremarapport, gevolg van feit dat man geen financiële gegevens verstrekt en verstek laat gaan in de verhaalsprocedure.
Uitspraak
Zittingsplaats Maastricht
Familie en jeugd
Zaaknummer: C/03/198998 / FA RK 14-3756
Beschikking van 7 mei 2015 betreffende verhaal kosten van bijstand
in de zaak van:
HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE MAASTRICHT,
zetelende te Maastricht,
hierna te noemen het college,
gemachtigden: voorheen de heer C.W.J. Bouwens, de heer J.J. Dirix en de heer M.J.H. Merken, thans de heer M.J.H. Merken en mevrouw E.M.H. Theunissen,
tegen:
[belanghebbende],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen belanghebbende,
niet verschenen in de procedure.
1 Het verloop van de procedure
Naar aanleiding van de tussenbeschikking van 17 april 2015 heeft het college op 24 april 2015 een schriftelijke reactie van 21 april 2015 ingediend.
2 De vaststaande feiten
Op grond van de overgelegde – niet weersproken producties – gaat de rechtbank uit van de navolgende feiten.
Bij vonnis van de rechtbank van Eerste Aanleg van Tongeren, België van 20 september 2013 is tussen belanghebbende en mevrouw [X], verder te noemen mevrouw [X], de echtscheiding uitgesproken. Die uitspraak is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Bij die uitspraak is een onderhoudsbijdrage bepaald van € 100,-- per maand ten behoeve van het minderjarige kind van partijen, [minderjarige], geboren op [2008] te [geboorteplaats]. Die onderhoudsbijdrage waren de ouders schriftelijk overeengekomen en die afspraak werd door de echtscheidingsrechter bij het vonnis gehomologeerd.
Het college verstrekt met ingang van 11 oktober 2012 een bijstandsuitkering aan mevrouw [X] naar de norm voor een eenoudergezin.
Bij brieven van 22 april 2014 en 3 juni 2014 heeft het college belanghebbende verzocht een inlichtingenformulier omtrent zijn financiële situatie en woon-/leefomstandigheden in te vullen, zulks ter vaststelling van zijn mogelijkheden tot betaling van een onderhoudsbijdrage. Belanghebbende heeft daarop niet gereageerd.
Op 17 juli 2014 heeft het college de beschikking tot verhaal van kosten van bijstand schriftelijk aan belanghebbende meegedeeld. Het verhaalsbedrag is daarbij ambtshalve, met ingang van 1 augustus 2014, bepaald op een bedrag van maximaal € 1.500,-- per maand. Aangezien mevrouw [X] de bijstandsuitkering ontvangt als aanvulling op haar uitkering, dient belanghebbende maandelijks het bedrag te betalen dat op de betalingsbrief staat.
Belanghebbende heeft geen betalingen verricht.
3 Het verzoek
Het college verzoekt op grond van artikel 62 en 62g van de Wet Werk en Bijstand (Wwb, thans Participatiewet):
- te bepalen dat de door belanghebbende ten behoeve van mevrouw [X] en de minderjarige aan het college verschuldigde verhaalsbedrag met ingang van 1 augustus 2014 € 1.266,49 per maand bedraagt;
- belanghebbende te veroordelen bovenvermeld verhaalsbedrag maandelijks aan het college te voldoen, zulks zolang mevrouw [X] bijstand ontvangt en aan het college verhaal toekomt.
Het college stelt dat mevrouw [X] en het kind van belanghebbende behoefte hebben aan een onderhoudsbijdrage en dat belanghebbende in staat moet worden geacht de gevraagde verhaalsbijdrage te betalen.