Home

Rechtbank Maastricht, 22-11-2011, BU5662, 03/702586-10

Rechtbank Maastricht, 22-11-2011, BU5662, 03/702586-10

Gegevens

Instantie
Rechtbank Maastricht
Datum uitspraak
22 november 2011
Datum publicatie
24 november 2011
ECLI
ECLI:NL:RBMAA:2011:BU5662
Zaaknummer
03/702586-10

Inhoudsindicatie

Promis vonnis: 4 jaar gevangenisstraf waarvan 6 maanden voorwaardelijk voor overval op woning.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT

Sector strafrecht

parketnummer: 03/702586-10

vonnis van de meervoudige kamer d.d. 22 november 2011

in de strafzaak tegen

[naam verdachte],

geboren te [geboortegegevens verdachte],

wonende te [adresgegevens verdachte].

Thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Limburg Zuid - De Geerhorst te Sittard.

Raadsman is mr. R.J.H. Corten, advocaat te Sittard.

1 Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zittingen van 3 november 2010, 24 januari 2011,

4 april 2011, 17 juni 2011, 12 augustus 2011 en 8 november 2011, waarbij de officier van justitie, de raadsman en de verdachte hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2 De tenlastelegging

De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:

Feit 1: samen met een ander of anderen een overval heeft gepleegd op de woning van [slachtoffer] en [slachtoffer] door geweld en bedreiging met geweld heeft gedwongen tot de afgifte van € 800,00 en daarnaast een horloge heeft weggenomen.

Feit 2: samen met een ander of anderen [slachtoffer] in haar woning wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden.

3 De beoordeling van het bewijs

3.1 Het oordeel van de rechtbank

Evenals de officier van justitie en de raadsman van verdachte, acht de rechtbank beide feiten wettig en overtuigend bewezen gelet op:

- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de zitting van 8 november 2011;

- de aangifte van [slachtoffer].

3.2 De bewezenverklaring

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte

1.

op 3 augustus 2009 in de gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld (te weten Euro 800,-) en met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een horloge, toebehorende aan die [slachtoffer], welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte, en zijn mededader:

- zonder toestemming van die [slachtoffer] het pand aan [adresgegevens slachtoffer]hebben betreden en

- tegen die [slachtoffer] hebben gezegd dat zij, [slachtoffer], kalm moest blijven en stil moest zijn en dat ze hun niets zouden doen, maar dat ze voor geld kwamen en

- tegen die [slachtoffer] hebben gezegd dat zij de kluis wilden zien en "Ik moet geld hebben" en

- die [slachtoffer] hebben gedwongen door het huis te lopen, gevolgd door verdachte en

- tegen die [slachtoffer] hebben gezegd dat als zij niets konden vinden, hij die [slachtoffer] mee moest nemen en

- die [slachtoffer] hebben gezegd op de bank te gaan zitten bij de twee aanwezige kinderen en

- die [slachtoffer] een mes hebben getoond en

- de polsen van die [slachtoffer] aan elkaar hebben vastgebonden en

- die [slachtoffer] hebben gedwongen mee te lopen naar de keuken en

- tegen die [slachtoffer] hebben gezegd dat ze met haar gezicht tegen de keukenmuur moest gaan staan en niet achterom mocht kijken of bellen;

2.

op 3 augustus 2009 in de gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, immers hebben hij verdachte en zijn mededader met dat opzet, gedurende enige tijd, te weten ongeveer een uur, die [slachtoffer] gedwongen door haar woning te lopen, gevolgd door verdachte en die [slachtoffer] gedwongen op de bank plaats te nemen bij twee aanwezige kinderen en een mes aan die [slachtoffer] getoond en de polsen van die [slachtoffer] aan elkaar vastgebonden en die [slachtoffer] gedwongen met haar gezicht tegen de keukenmuur te gaan staan en tegen die [slachtoffer] gezegd dat zij niet mocht omkijken of bellen.

De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4 De strafbaarheid

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:

T.a.v. feit 1:

- afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;

- diefstal, door twee of meer verenigde personen.

T.a.v. feit 2:

medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden.

Feit 1 en feit 2 in eendaadse samenloop gepleegd.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

5 De strafoplegging

5.1 De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte op te leggen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 5,5 jaar met aftrek van voorarrest.

5.2 Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft gepleit voor oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 3 jaar met aftrek van voorarrest.

5.3 Het oordeel van de rechtbank

Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is ge¬komen.

Verdachte heeft samen met een ander op klaarlichte dag een overval op een woning gepleegd. Zij hebben aangeefster [slachtoffer] en twee zeer jonge kinderen ongeveer een uur van hun vrijheid beroofd gehouden in die woning. Daarbij droegen verdachte en zijn mededader ieder een panty over hun hoofd. [slachtoffer] werd een mes getoond en zij werd gedwongen om door het huis te lopen op zoek naar een kluis met geld. Ook werden haar polsen vastgebonden. De beide kinderen moesten op de bank gaan zitten, terwijl één van de daders bij hen bleef staan met een mes in zijn handen.

De rechtbank kan zich voorstellen dat [slachtoffer] doodsbang moet zijn geweest, nu zij niet wist wat haar en de kinderen boven het hoofd hing. Volwassen mensen en zeker kleine kinderen moeten zich veilig kunnen voelen in hun eigen woning. Dit gevoel is door verdachte en zijn mededader ernstig geschaad, zoals ook blijkt uit de slachtofferverklaring die [slachtoffer] heeft opgesteld.

Ter zitting heeft verdachte verklaard dat hij van zijn (onbekend gebleven) mededader had gehoord dat er in de woning een kluis aanwezig was met daarin honderdduizend euro en dat er niemand in de woning aanwezig zou zijn. Toen verdachte zelf voor de woning stond en in de gaten kreeg dat er toch mensen aanwezig waren, was dat voor hem geen reden om van zijn voornemen af te zien. Het vooruitzicht op een grote buit was voor verdachte naar eigen zeggen op dat moment voldoende om toch aan de overval deel te nemen. Eenmaal binnen deinsde verdachte er niet voor terug om, toen hij de kluis niet meteen aantrof, geruime tijd door het huis te lopen om naar de kluis te zoeken en daarbij [slachtoffer] en de aanwezige kinderen dwong op de bank in de woonkamer te blijven zitten. Hieruit blijkt dat verdachte zich geen enkele rekenschap heeft gegeven van de laakbaarheid van zijn handelen en de gevolgen voor de in de woning aanwezige slachtoffers. Hoewel verdachte ter zitting heeft aangegeven dat hij spijt heeft van wat er gebeurd is, is de rechtbank niet overtuigd dat verdachte ook daadwerkelijk inziet hoe ingrijpend deze gebeurtenis voor [slachtoffer] en haar jonge kinderen moet zijn geweest.

De rechtbank constateert dat verdachte op 1 augustus 2008 al tot een forse gevangenisstraf was veroordeeld voor een soortgelijk feit. Ook toen ging het om een overval op een woning. Uit het strafblad van verdachte blijkt dat hij voor dit feit in juni 2009 in vrijheid is gesteld. De rechtbank neemt het verdachte dan ook bijzonder kwalijk dat hij nauwelijks twee maanden later weer een soortgelijk feit heeft gepleegd. Verdachte heeft wel aangevoerd dat het hem onmogelijk werd gemaakt om op een acceptabele manier geld te verdienen, doordat hij als zojuist vrijgelaten veroordeelde door geen werkgever in dienst werd genomen. Dat moge zo zijn, maar dat is natuurlijk geen enkele rechtvaardiging voor het plegen van de geweldsdelicten die de rechtbank bewezen acht.

Bij de straftoemeting heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij de oriëntatiepunten van het Landelijk overleg van voorzitters van de strafsectoren van de gerechtshoven en de rechtbanken (LOVS). Het oriëntatiepunt voor een overval op een woning met gebruik van licht geweld is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 3 jaar.

De bovengeschetste omstandigheden rechtvaardigen naar het oordeel van de rechtbank dat van dit oriëntatiepunt moet worden afgeweken en dat van een gevangenisstraf van 4 jaar moet worden uitgegaan.

De reclassering heeft in haar voorlichtingsrapport van 25 maart 2011 onder meer gesteld dat het recidiverisico als hoog moet worden ingeschat en dat mede om deze reden reclasseringstoezicht is geïndiceerd. De rechtbank ziet hierin aanleiding om een gedeelte van de gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen met oplegging van een bijzondere voorwaarde.

Alles afwegende acht de rechtbank oplegging van een gevangenisstraf van 4 jaar waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar en met aftrek van voorarrest op zijn plaats. De rechtbank zal aan het voorwaardelijk gedeelte de bijzondere voorwaarde verbinden dat verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen van Reclassering.

6 Het beslag

De officier van justitie heeft ter zitting meegedeeld dat zij de beslaglijst deels intrekt. Zij heeft een beslissing gevraagd over de in beslag genomen voorwerpen onder de nummers 2 tot en met 4, 18, 21 en 26 op de beslaglijst.

6.1 De verbeurdverklaring

Het hierna in de beslissing onder nummer 21 genoemde in beslag genomen mes is vatbaar voor verbeurdverklaring. Uit het onderzoek ter terechtzitting is niet gebleken aan wie het mes toebehoort. Verdachte heeft ter terechtzitting ontkend dat het inbeslaggenomen mes het mes is waarmee de overval is gepleegd, maar de rechtbank acht, gelet op de herkenning door [slachtoffer] van het betreffende mes, bewezen dat met dit mes de betreffende feiten zijn begaan.

6.2 De onttrekking aan het verkeer

De hierna in de beslissing onder nummer 18 genoemde in beslag genomen munitie en het onder nummer 26 genoemde in beslag genomen wapen zijn vatbaar voor onttrekking aan het verkeer. Gebleken is dat deze voorwerpen bij het onderzoek naar de tenlastegelegde feiten zijn aangetroffen, terwijl deze voorwerpen kunnen dienen tot het begaan of ter voorbereiding van soortgelijke feiten. Deze voorwerpen behoren aan verdachte toe en zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang.

6.3 De teruggave van het beslag

De rechtbank zal de teruggave aan de rechtmatige eigenaren gelasten van de hierna in de beslissing onder de nummers 2, 3 en 4 genoemde in beslag genomen identiteitsbewijzen, omdat deze voorwerpen niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en onder verdachte in beslag genomen zijn.

7 De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36b, 36d, 47, 55, 57, 282, 311, en 317 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8 De beslissing

De rechtbank:

Bewezenverklaring

- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 3.2 is omschreven;

- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;

Strafbaarheid

- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;

- verklaart verdachte strafbaar;

Straffen

- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 4 jaren, waarvan 6 maanden voorwaardelijk;

- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van twee jaar schuldig maakt aan een strafbaar feit of heeft geweigerd ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking te verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aan te bieden of

- omdat verdachte tijdens de proeftijd de bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;

- stelt als bijzondere voorwaarde dat verdachte zich tijdens de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens de reclassering, ook als dat inhoudt dat verdachte nader door de reclassering te bepalen trainingen moet volgen;

- draagt deze reclasseringsinstelling op om aan verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarden;

- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijke deel van de opgelegde gevangenisstraf;

Beslag

- verklaart verbeurd het in beslag genomen mes (nummer 21 op de beslaglijst);

- verklaart aan het verkeer onttrokken de in beslag genomen munitie, te weten 4 hagelpatronen rcl competition, kaliber 7 1/2, kleur blauw (nummer 18 op de beslaglijst) en het in beslag genomen wapen, te weten een [type], kleur rood (nummer 26 op de beslaglijst;

- gelast de teruggave aan de uitgevende instanties van de in beslag genomen identiteitsbewijzen (nummers 2, 3 en 4 op de beslaglijst).

Dit vonnis is gewezen door mr. G.P.C. Dijkshoorn-Sleebe, voorzitter, mr. P.H.M. Kuster en

mr. J.S. Holthuis, rechters, in tegenwoordigheid van L.A.J.W. Schoutese, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 22 november 2011.

BIJLAGE I: De tenlastelegging

Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging - ten laste gelegd dat

1.

hij op of omstreeks 3 augustus 2009 in de gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld (te weten (ongeveer) Euro 800,-) en/of door geweld en/of bedreiging met geweld met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een horloge, in elk geval (van) enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer], in elk geval aan een

ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) ;

- (zonder toestemming van die [slachtoffer]) het pand aan [adresgegevens slachtoffer]heeft/hebben betreden en/of (vervolgens)

- tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd dat zij, [slachtoffer], kalm moest blijven en/of stil moest zijn en/of dat ze hun niets zouden doen, maar dat ze voor geld kwamen en/of (vervolgens)

- tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd dat hij/zij de kluis wilde(n) zien en/of "Ik moet geld hebben" en/of (vervolgens)

- die [slachtoffer] heeft/hebben gedwongen door het huis te lopen, gevolgd door verdachte en/of zijn mededader(s) en/of (vervolgens)

- tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd dat als hij/zij niets kon(den) vinden, hij die [slachtoffer] mee moest nemen en/of (vervolgens)

- die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd (weer) op de bank te gaan zitten (bij de twee aanwezige kinderen) en/of (vervolgens)

- die [slachtoffer] een mes heeft/hebben getoond en/of (vervolgens)

- de polsen van die [slachtoffer] (aan elkaar) heeft/hebben vastgebonden en/of (vervolgens)

- die [slachtoffer] heeft/hebben gedwongen mee te lopen naar de keuken en/of (vervolgens)

- tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd dat ze met haar gezicht tegen de (keuken)muur moest gaan staan en/of niet achterom mocht kijken of bellen;

2.

hij op of omstreeks 3 augustus 2009 in de gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft/hebben hij verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) met dat opzet, gedurende enige tijd (te weten (ongeveer een uur) die [slachtoffer] heeft/hebben gedwongen door haar woning te lopen, gevolgd door verdachte en/of zijn mededader(s) en/of (vervolgens) die [slachtoffer] heeft/hebben gedwongen op de bank plaats te nemen (bij twee aanwezige kinderen) en/of (vervolgens) een

mes aan die [slachtoffer] heeft/hebben getoond en/of (vervolgens) de polsen van die [slachtoffer] (aan elkaar) heeft/hebben vastgebonden en/of (vervolgens) die [slachtoffer] heeft/hebben gedwongen met haar gezicht tegen de (keuken)muur te gaan staan en/of (vervolgens) tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd dat zij niet mocht omkijken of bellen.