Rechtbank Midden-Nederland, 05-07-2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:2692, UTR 22/1364
Rechtbank Midden-Nederland, 05-07-2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:2692, UTR 22/1364
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Midden-Nederland
- Datum uitspraak
- 5 juli 2022
- Datum publicatie
- 23 december 2022
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:RBMNE:2022:2692
- Zaaknummer
- UTR 22/1364
Inhoudsindicatie
Mondelinge uitspraak. Aanpassing AOW-pensioen naar norm gehuwde. Geen sprake van duurzaam gescheiden leven. Beroep ongegrond.
Uitspraak
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/1364
[eiseres] , te [plaats] , eiseres
en
(gemachtigde: mr. P.C. van der Voorn).
Procesverloop
Bij besluiten van 22 oktober 2021 heeft verweerder het ouderdomspensioen van eisers ingevolge de Algemene Ouderdomswet (AOW) vanaf november 2021 aangepast naar de norm voor een gehuwde.
Bij besluiten van 4 november 2021 (de primaire besluiten) heeft verweerder bepaald dat de door eisers ingebrachte informatie geen verandering brengt in hun AOW-pensioen.
Bij besluiten van 15 februari 2022 (de bestreden besluiten) heeft verweerder het bezwaar van eisers ongegrond verklaard.
Eisers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 5 juli 2022. Eisers zijn verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Eisers krijgen dus geen gelijk.
Overwegingen
1. De rechtbank geeft hiervoor de volgende motivering. Eisers zijn op 18 oktober 2021 een geregistreerd partnerschap aangegaan. Volgens verweerder komen zij daarom in aanmerking voor een AOW-pensioen naar de norm voor een gehuwde. Er is volgens verweerder niet gebleken van duurzaam gescheiden leven.
2. Eisers voeren in beroep aan dat er recht bestaat op een AOW-uitkering voor alleenstaanden. De redenering van verweerder dat sprake moet zijn van duurzaam gescheiden leven, is vergezocht. Zij zijn immers geen geregistreerd partnerschap aangegaan om duurzaam gescheiden te leven. De redenering van verweerder doet bovendien geen recht aan de informatie op de website van de Rijksoverheid.
3. Het uitgangspunt is dat eisers geen recht hebben op een pensioen naar de norm voor een ongehuwde, omdat er een geregistreerd partnerschap is. Dit is alleen anders, indien eisers aannemelijk maken dat sprake is van de uitzonderingssituatie dat zij duurzaam gescheiden leven van elkaar. De bewijslast ligt dus bij eisers.
4. De hoogste rechter in het bestuursrecht1 heeft bepaald wanneer er sprake is van duurzaam gescheiden leven. Er moet dan, onder andere, aan de volgende voorwaarde worden voldaan: “ieder van hen leidt afzonderlijk een eigen leven alsof hij of zij niet met de ander is gehuwd”. Daarvoor is niet genoeg dat betrokkenen hun hoofdverblijf niet hebben in dezelfde woning. Verder kan in het algemeen worden aangenomen dat na het aangaan van een geregistreerd partnerschap betrokkenen de intentie hebben om een vorm van echtelijke samenleving aan te gaan. Dat kan ook op een andere manier dan door het voeren van een gezamenlijke huishouding. Er kan niet helemaal worden uitgesloten dat onder omstandigheden vanaf de huwelijksdatum van duurzaam gescheiden leven kan worden gesproken. Dat moet dan wel ondubbelzinnig uit de feiten en omstandigheden blijken.
5. De rechtbank stelt vast dat eisers hebben verklaard dat zij:
- vijf keer per week telefonisch contact met elkaar hebben;
- elkaar ongeveer één keer per week thuis ontmoeten;
- ongeveer één keer per week samen koken en eten;
- ongeveer één keer per week samen de nacht doorbrengen;
- twee keer per jaar samen op vakantie gaan;
- één keer per maand samen boodschappen doen;
- één keer per maand samen een uitstapje maken;
- elkaars sleutel hebben;
- elkaar helpen bij ziekte;
- een gezamenlijke bankrekening hebben.
6. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich op grond van deze feiten en omstandigheden terecht op het standpunt gesteld dat niet ondubbelzinnig is gebleken dat sprake is van duurzaam gescheiden leven. De overwegingen en de conclusie van verweerder zijn dan ook gebaseerd op de geldende wet en jurisprudentie, zoals het hoort. Het is dan ook niet relevant dat eisers het niet eens zijn met de regels die daarin zijn geformuleerd.
7. Daarnaast hebben eisers niet onderbouwd dat zij door berichtgeving op de website van de Rijksoverheid verkeerd zijn voorgelicht. Daar staat: “Normaal gesproken krijgt u AOW voor een gehuwde als u een geregistreerd partnerschap sluit. Omdat u en uw partner apart blijven wonen, krijgt u mogelijk AOW voor een alleenstaande. Neem contact op met de SVB. De SVB bekijkt of u AOW voor een alleenstaande kunt krijgen.” De rechtbank is het met eisers eens dat op deze website helderder had kunnen staan dat er alleen recht is op AOW voor een alleenstaande tijdens een geregistreerd partnerschap als men duurzaam gescheiden leeft. Maar ook uit hoe het er nu staat, blijkt dat het uitgangspunt is dat er na het aangaan van een geregistreerd partnerschap recht is op AOW voor een alleenstaande en dat dit mogelijk anders is. Ook staat daar duidelijk dat de SVB daarover beslist, zoals ook is gebeurd.
8. Verweerder heeft daarom terecht besloten om het ouderdomspensioen van eisers per november 2021 te herzien naar de norm voor een gehuwde.
9. Het beroep is ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.E.M. van Abbe, rechter, in aanwezigheid van mr. M. van Ettikhoven, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 5 juli 2022.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op: