Rechtbank Noord-Nederland, 21-01-2020, ECLI:NL:RBNNE:2020:1109, 7842467 \ CV EXPL 19-4064
Rechtbank Noord-Nederland, 21-01-2020, ECLI:NL:RBNNE:2020:1109, 7842467 \ CV EXPL 19-4064
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Nederland
- Datum uitspraak
- 21 januari 2020
- Datum publicatie
- 13 maart 2020
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:RBNNE:2020:1109
- Zaaknummer
- 7842467 \ CV EXPL 19-4064
Inhoudsindicatie
Zorgkantoor kan ten onrechte uitgekeerde uitkeringen aan destijds minderjarige niet als onverschuldigd betaling verhalen op de toenmalige wettelijke vertegenwoordiger van de minderjarige; ook vordering op grond van gestelde ongerechtvaardigde verrijking van de wettelijke vertegenwoordiger is niet toewijsbaar; wel toewijsbaar is de vordering van Zorgkantoor op de wettelijke vertegenwoordiger wegens toenmalig onrechtmatig handelen.
Uitspraak
Afdeling Privaatrecht
Locatie Assen
zaak-/rolnummer: 7842467 \ CV EXPL 19-4064
vonnis van de kantonrechter van 21 januari 2020
in de zaak van
[opposant] ,
hierna te noemen: [opposant],
wonende te [postcode] [plaats], [adres]
opposant,
gemachtigde: mr. R. Kaya
tegen
de naamloze vennootschap Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V.,
hierna te noemen: Zorgkantoor,
gevestigd te [postcode] [plaats], [adres]
[geopposeerde],
gemachtigde: mr. D. Gogar (Flanderijn gerechtsdeurwaarders).
1 Het verloop van de procedure
De partijen hebben de volgende stukken in het geding gebracht c.q. proceshandelingen verricht:
- de inleidende dagvaarding van 26 maart 2019 en het verstekvonnis van 30 april 2019;
- de dagvaarding in oppositie van 07 juni 2019 met producties;
- de conclusie van antwoord in oppositie met producties;
- de nadere toelichting(en) in oppositie.
Hierna is vonnis bepaald op heden.
2 De vaststaande feiten
De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten, die vaststaan omdat ze niet of niet voldoende zijn betwist en/of blijken uit de in zoverre onweersproken gelaten inhoud van de overgelegde producties.
Bij exploot van 26 maart 2019 is [opposant] gedagvaard door Zorgkantoor, waarna de kantonrechter te Assen [opposant] op 30 april 2019 bij verstek heeft veroordeeld - overeenkomstig de bij dagvaarding ingestelde vordering - om aan Zorgkantoor te betalen een bedrag van € 500,00 met rente en kosten.
Het hiervoor genoemde verstekvonnis is bij exploot van 14 mei 2019 aan [opposant] betekend.
3 De vordering en het verweer
[opposant] vordert in oppositie hem te ontheffen van voormelde veroordeling en de vordering van Zorgkantoor alsnog niet-ontvankelijk te verklaren, althans af te wijzen, met veroordeling van Zorgkantoor in de kosten van het verzet.
Zorgkantoor heeft in oppositie geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van [opposant] in zijn verzet.
Wat partijen verder hebben aangevoerd zal hierna - voor zover van belang voor de te nemen beslissing - worden besproken.