Home

Raad van State, 12-09-2012, BX7128, 201109894/1/R3

Raad van State, 12-09-2012, BX7128, 201109894/1/R3

Gegevens

Instantie
Raad van State
Datum uitspraak
12 september 2012
Datum publicatie
12 september 2012
Annotator
ECLI
ECLI:NL:RVS:2012:BX7128
Zaaknummer
201109894/1/R3

Inhoudsindicatie

Bij besluit van 23 juni 2011 heeft de raad het bestemmingsplan "Groenrijk Westerhoven" vastgesteld.

Uitspraak

201109894/1/R3.

Datum uitspraak: 12 september 2012

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

[appellante], gevestigd te Westerhoven, gemeente Bergeijk,

en

de raad van de gemeente Bergeijk,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 23 juni 2011 heeft de raad het bestemmingsplan "Groenrijk Westerhoven" vastgesteld.

Tegen dit besluit heeft [appellante] beroep ingesteld.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 9 juli 2012, waar [appellante], vertegenwoordigd door [gemachtigde] en bijgestaan door J. Horak, hoofd Juridische Zaken/Milieuzaken bij de FOCWA, en de raad, vertegenwoordigd door ir. J.J. van der Hoek en A. Oosterwijk, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts is ter zitting [belanghebbende], vertegenwoordigd door [gemachtigde], gehoord.

Overwegingen

1. [appellante] richt zich tegen het plandeel met de bestemming "Wonen", voor zover woningen mogelijk worden gemaakt aan de Boelebusseweg. Hiertoe voert zij onder meer aan dat de raad er ten onrechte vanuit gaat dat deze woningen zullen liggen in gemengd gebied als bedoeld in de VNG-brochure "Bedrijven en milieuzonering" uit 2009 (hierna: de VNG-brochure), waardoor de richtafstand van het bedrijf van [appellante] tot de woningen 50 m in plaats van 100 m is. [appellante] wijst er daarbij op dat binnen het plangebied geen bedrijvigheid is gevestigd en dat niet alle woningen in het plangebied aan de Provincialeweg zullen liggen.

1.1. De raad betoogt dat het plangebied in een gemengd gebied ligt, nu zich in de directe nabijheid verscheidene functies bevinden, zoals een autoschadebedrijf, een medisch centrum en een drukkerij en nu het zich bevindt naast een drukke, doorgaande weg, te weten de Provincialeweg.

1.2. In bijlage 1 van de VNG-brochure wordt voor autoplaatwerkerijen een richtafstand van 100 m aanbevolen. Deze afstand geldt ten opzichte van een rustige woonwijk of een vergelijkbaar omgevingstype, zoals een rustig buitengebied. In de VNG-brochure is vermeld dat de richtafstanden uit bijlage 1 met één afstandsstap kunnen worden verlaagd indien sprake is van een omgevingstype gemengd gebied. Een richtafstand van 100 m wordt in een dergelijk geval 50 m.

De VNG-brochure vermeldt over het omgevingstype gemengd gebied onder meer dat dit een gebied is met een matige tot sterke functiemenging. Direct naast woningen komen andere functies voor zoals winkels, horeca en kleine bedrijven. Volgens de VNG-brochure behoren gebieden die direct langs de hoofdinfrastructuur liggen, eveneens tot het omgevingstype gemengd gebied.

1.3. Blijkens de stukken zijn op een afstand van niet meer dan 50 m van het plangebied een kleine drukkerij, een bedrijf voor vloeronderhoudsystemen, een autoschadebedrijf en een medisch centrum aanwezig. Dat deze functies niet binnen het plangebied zijn gelegen, maakt niet dat de woningen die in het plangebied mogelijk worden gemaakt, niet in gemengd gebied liggen. Die eis wordt in de VNG-brochure immers niet gesteld.

Nu in de omgeving van het plangebied de voornoemde functies voorkomen naast de woonfunctie, heeft de raad zich terecht op het standpunt gesteld dat de bij het plan mogelijk gemaakte woningen liggen in gemengd gebied als bedoeld in de VNG-brochure, waardoor de richtafstand voor het bedrijf van [appellante] tot de voorziene woningen met één afstandsstap kan worden verlaagd tot 50 m. Of het plangebied al dan niet geheel langs hoofdinfrastructuur is gelegen en om die reden als gemengd gebied moet worden aangemerkt, kan daarom onbesproken blijven.

Het betoog faalt.

2. [appellante] stelt dat de raad onvoldoende heeft onderzocht of een afstand van 50 m tussen haar bedrijf en de voorziene woningen aan de Boellebusseweg volstaat, gelet op de door haar bedrijf voortgebrachte geluidhinder. Zij wijst er daarbij op dat haar bedrijf een 24-uursservice kent voor schadeherstel aan zware voertuigen als graafmachines en dat het met groot materieel laden en lossen van dergelijke voertuigen plaatsvindt bij de ingang van het bedrijf aan de Boellebusseweg. [appellante] stelt dat het mogelijk maken van de woningen aan die weg een ongestoorde uitoefening van haar bedrijf zal belemmeren en dat dit mogelijk zal leiden tot de noodzaak om aanpassingen of wijzigingen aan haar pand aan te brengen.

2.1. De raad stelt zich op het standpunt dat hij geen reden ziet om af te wijken van de richtafstand van 50 m. Nu aan deze richtafstand wordt voldaan is een goed woon- en leefklimaat ter plaatse van de voorziene woningen gewaarborgd en zullen de voorziene woningen het bedrijf van [appellante] niet beperken.

2.2. Het bedrijf van [appellante] is een niet-vergunningplichtige inrichting waarop het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (hierna: Barim) van toepassing is.

Ingevolge artikel 2.17, eerste lid, aanhef en onder a, van het Barim mag het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige installaties en toestellen, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en activiteiten en laad- en losactiviteiten ten behoeve van en in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting, op de gevel van gevoelige gebouwen niet meer bedragen dan 50, 45 en 40 dB(A) voor onderscheidenlijk de dag-, avond- en nachtperiode. Voor de maximale geluidsniveaus op de gevels van gevoelige gebouwen geldt dat deze niet meer mogen bedragen dan 70, 65 en 60 dB(A) voor onderscheidenlijk de dag-, avond- en nachtperiode.

2.3. De in de VNG-brochure opgenomen afstanden zijn indicatief. Tussen de voorziene woningen aan de Boelebusseweg en het bedrijfsperceel van [appellante] ligt een afstand van 50 m, waardoor aan de richtafstand uit de VNG-brochure kan worden voldaan. [appellante] heeft echter aannemelijk gemaakt dat ondanks dat aan deze richtafstand wordt voldaan, niet vaststaat dat zij door de voorziene woningen niet in haar bedrijfsvoering zal worden beperkt. Daarbij is van belang dat [appellante] onweersproken heeft gesteld dat haar bedrijf onder meer de reparatie van zware (landbouw)voertuigen uitvoert die 24 uur per dag kunnen worden geladen en gelost en dat het laden en lossen plaatsvindt bij de ingang van het bedrijf aan de Boellebusseweg, aan de zijde van het bedrijf waar de voorziene woningen op 50 m afstand liggen. Tevens is van belang dat de woning die thans maatgevend is voor de geluidsbelasting veroorzaakt door deze activiteiten, op een afstand van 105 m daarvan staat. Gelet op het voorgaande heeft de raad niet kunnen volstaan met de enkele verwijzing naar de VNG-brochure, doch had hij moeten onderzoeken of het bedrijf van [appellante] na de realisering van de woningen nog zal kunnen voldoen aan de in artikel 2.17, eerste lid, aanhef en onder a, van het Barim gestelde normen, in het bijzonder die voor de nachtperiode. De raad heeft het besluit in zoverre onzorgvuldig voorbereid.

3. [appellante] stelt verder dat door een toename van de verkeersbewegingen van en naar de Boellebusseweg als gevolg van de in het plan voorziene nieuwe woningen aan die weg, meer gevaarlijke situaties zullen ontstaan op het kruispunt van die weg met de Heijerstraat en de Provincialeweg. Volgens haar heeft de raad hier onvoldoende rekening mee gehouden.

3.1. De raad stelt dat het toenemende aantal verkeersbewegingen als gevolg van zes woningen aan de Boelebusseweg niet van dien aard is dat dit tot knelpunten zal leiden.

3.2. De kruising van de Boellebusseweg met de Heijerstraat en de Provincialeweg betreft een voorrangskruising, waarbij het verkeer op de Heijerstraat en de Provincialeweg voorrang heeft op het verkeer uit de Boellebusseweg. Gelet op het beperkte aantal woningen dat het plan aan de Boellebusseweg mogelijk maakt heeft de raad zich naar het oordeel van de Afdeling in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de toename van het aantal verkeersbewegingen vanuit de Boelebusseweg als gevolg van het plan niet zodanig is dat dit tot een onaanvaardbare situatie op voornoemde kruising zal leiden. Het betoog faalt.

4. In hetgeen [appellante] heeft aangevoerd ziet de Afdeling aanleiding voor het oordeel dat het bestreden besluit, voor zover het betreft het deel van het plangebied met de bestemming "Wonen" aan de Boellebusseweg zoals nader aangeduid op de bij deze uitspraak behorende kaart, is genomen in strijd met de bij het voorbereiden van een besluit te betrachten zorgvuldigheid. Het beroep is gegrond. Het bestreden besluit dient in zoverre wegens strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht te worden vernietigd.

5. Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Recht doende in naam der Koningin:

I. verklaart het beroep gegrond;

II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Bergeijk van 23 juni 2011 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Groenrijk Westerhoven", voor zover het betreft het deel van het plangebied met de bestemming "Wonen" aan de Boellebusseweg zoals nader aangeduid op de bij deze uitspraak behorende kaart;

III. gelast dat de raad van de gemeente Bergeijk aan [appellante] het door haar voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 302,00 (zegge: driehonderdtwee euro) vergoedt.

Aldus vastgesteld door mr. J. Hoekstra, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. R.I.Y. Lap, ambtenaar van staat.

w.g. Hoekstra w.g. Lap

lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat

Uitgesproken in het openbaar op 12 september 2012

288-715.

<img width="750" alt="" src="http://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken_in_uitspraken/zoekresultaat/plankaarten/2011p09894-1.jpg" />