Home

Raad van State, 07-07-2021, ECLI:NL:RVS:2021:1468, 202006932/3/A3, 202002668/2/A3 en 202000475/2/A3

Raad van State, 07-07-2021, ECLI:NL:RVS:2021:1468, 202006932/3/A3, 202002668/2/A3 en 202000475/2/A3

Gegevens

Instantie
Raad van State
Datum uitspraak
7 juli 2021
Datum publicatie
7 juli 2021
Annotator
ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1468
Zaaknummer
202006932/3/A3, 202002668/2/A3 en 202000475/2/A3

Inhoudsindicatie

Conclusie over de evenredigheidstoets door de bestuursrechter die de staatsraden advocaat-generaal Wattel en Widdershoven hebben genomen op verzoek van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De conclusie gaat in op de vraag hoe indringend de bestuursrechter bestuurlijke maatregelen moet toetsen en wat daarbij de betekenis is van het evenredigheidsbeginsel. Het gaat concreet om een besluit waarbij een dwangsom wordt ingevorderd en om besluiten tot sluiting van een woning na een drugsvondst in die woning. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft de staatsraden advocaat-generaal in februari 2021 gevraagd een algemeen kader te schetsen en daarbij een aantal aandachtspunten te betrekken, zoals de rechtsbasis van de rechterlijke toetsing aan evenredigheid (EVRM, EU-recht of nationaal recht), in welke gevallen de rechter besluiten van bestuursorganen kan toetsen aan evenredigheid en met welke omstandigheden de bestuursrechter rekening kan of moet houden.

Uitspraak

202006932/3/A3, 202002668/2/A3 en

202000475/2/A3

Datum: 7 juli 2021

Mr. R.J.G.M. Widdershoven en mr. P.J. Wattel

Conclusie in:

1. (202006932/1/A3) het hoger beroep van

de burgemeester van Waadhoeke

tegen

de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland van 11 december 2020 in zaak nr. 20/3299, in het geding tussen:

[partij A], [partij B] en [partij C]

en

de burgemeester van Waadhoeke

2. (202002668/1/A3) het hoger beroep van

de burgemeester van Harderwijk

tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland van 16 maart 2020 in zaak nr. 20/1242 in het geding tussen:

[partij D]

en

de burgemeester van Harderwijk

3. (202000475/1/A3) het hoger beroep van

[partij E]

en

het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam

Inhoudsopgave

1 De feiten en het procesverloop in de eerste instanties

A. Woningsluiting in Ried - [partij A], [partij B] en [partij C] v. de Burgemeester van Waadhoeke

B. Woningsluiting in Harderwijk - [partij D] v. de burgemeester van Harderwijk

C. Dwangsominvordering bij illegale verhuur – [partij E] v. College van B en W Amsterdam

2 Het verzoek om een conclusie en diens achtergrond

3. Algemene beschouwingen over intensiteit van rechterlijke toetsing en evenredigheid

3.1.

Twee soorten bestuurlijke sancties; (slechts) twee soorten toetsing

3.2.

De rol van de rechter in een responsief bestuursrecht

3.3.

Opbouw van de conclusie

3.4.

Afbakening

4. Het evenredigheidsbeginsel in art. 3:4(2) Awb: geschiedenis en stand van zaken

4.1.

Pre-Awb

4.2.

Parlementaire geschiedenis van art. 3:4(2) Awb

4.3.

De toepassing van art. 3:4(2) Awb door de bestuursrechter

4.4.

Recente ontwikkeling in de Afdelingsrechtspraak over art. 3:4(2) Awb

4.5.

Tussenstand

5 Bestraffende en niet-bestraffende bestuurlijke sancties en maatregelen

5.1.

Inleiding

5.2.

De last onder bestuursdwang

5.3.

Het Damocles-sluitingsbevel

5.4.

Andere sluitingsbevelen

5.5.

De last onder dwangsom

5.6.

Intrekking en terugvordering van een subsidie

5.7.

Tijdelijke intrekking van een vergunning

5.8.

Intrekking voorgoed van een vergunning

5.9.

Conclusie

6. Helpt uitleg van de termen criminal charge en/of ‘bestraffend’ ons verder? (neen)

6.1.

Inleiding en uitgangspunt

6.2.

Kwalificatie van bestuurlijke sancties als ‘criminal charge’

6.3.

Een criminal charge niet nodig voor full jurisdiction evenredigheidstoetsing

6.4. (

Slechts) nationaalrechtelijke verruiming van ‘bestraffend’? (Neen; niet aan beginnen)

6.5.

Uitsmijter

7. Het evenredigheidsbeginsel in het Europese recht (en daarmee het Nederlands recht)

7.1.

Inleiding

7.2.

De betekenis van het Straatsburgse evenredigheidsbeginsel

7.2.1.

Inleiding

7.2.2.

Artikel 1 Protocol I EVRM (eigendomsrecht)

- Inmenging in een eigendomsrecht

- De fair balance tussen eigendomsaantasting en algemeen belang

7.2.3.

Artikel 8 EVRM (recht op gezins- en privéleven)

7.2.4.

Conclusie

7.3.

Het Europese Unierecht

7.3.1.

Inleiding

7.3.2.

Evenredigheid als onderdeel van de EU-rechtelijke handhavings-drie-eenheid

7.3.3.

Ad (i) De sanctie wordt voorgeschreven door het EU-recht

7.3.4.

Ad (ii) De lidstaten kunnen zelf de sanctie op overtreding EU-regels bepalen

7.3.5.

Ad (iii) Nationale sancties tot handhaving van EU- verkeersvrijheidsbeperkende nationale regels

7.3.6.

Conclusie

8 Gedifferentieerde evenredigheidstoetsing van niet-bestraffende sancties

9 Spanning in de trias

10 Antwoord op de vraag van de Voorzitter

11 Algemene opmerkingen over de drie te beoordelen zaken

12 Art. 13b Opiumwet en diens parlementaire geschiedenis

14 Zaak 202002668/1 - [partij D] v. Burgemeester van Harderwijk

15 Zaak 202000475/1 - [partij E] v. College van B en W Amsterdam

16 Lijst van verkort aangehaalde literatuur

0 Overzicht

1 De feiten en het procesverloop in de eerste instanties

2 Het verzoek om een conclusie en zijn achtergrond

5 Bestraffende en niet-bestraffende bestuurlijke sancties en maatregelen

8 Naar gedifferentieerde evenredigheidstoetsing van niet-bestraffende sancties

9 Spanning in de trias

10 Antwoord op de vraag van de Voorzitter

11 Algemene opmerkingen over de drie te beoordelen zaken

12 12. Art. 13b Opiumwet en diens parlementaire geschiedenis

14 Zaak 202002668/1 - Burgemeester van Harderwijk v. [partij D]

15 Zaak 202000475/1 – [partij E] v. College van B en W Amsterdam

16 Lijst van verkort aangehaalde literatuur