Home

Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers

Geldig van 1 januari 2024 tot 1 januari 2025
Geldig van 1 januari 2024 tot 1 januari 2025

Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025]

Aanhef

Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een regeling te treffen met betrekking tot het recht op buitengewoon pensioen ten behoeve van zeelieden, die door de oorlog zijn getroffen, alsmede van hun nagelaten betrekkingen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Eerste hoofdstuk. Algemene bepalingen

Artikel 1

1.

Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder:

"Onze Minister": Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

"de Raad": de Pensioen- en Uitkeringsraad, bedoeld in artikel 3 van de Wet uitvoering wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen;

de Sociale verzekeringsbank: de Sociale verzekeringsbank, genoemd in hoofdstuk 6 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

"zeeman": de kapitein of schepeling, een vrouwelijke schepeling inbegrepen, die, Nederlander zijnde, deel uitmaakte van de bemanning van een zeevaartuig op enig tijdstip gedurende het tijdvak van 1 september 1939 tot en met 2 maart 1946 of van een zeevissersvaartuig op enig tijdstip gedurende het tijdvak van 1 september 1939 tot en met 15 december 1945;

"gewezen echtgenote": de vrouw, bedoeld in artikel 14, tweede lid;

"peiljaar": het jaar vastgesteld ingevolge artikel 7, tweede lid, en artikel 35d, eerste lid;

"minimum-pensioengrondslag": de pensioengrondslag, bedoeld in artikel 7, derde lid, aanhef.

2.

Voor de toepassing van deze wet hebben de woorden "zeevaartuig", "zeevissersvaartuig", en "lid van de bemanning" dezelfde betekenis als die, welke daaraan was toegekend in de Zeeongevallenwet 1919, zoals deze was gewijzigd bij de Wet van 18 september 1946, G 255, terwijl mede als zeevaartuig worden beschouwd de vaartuigen, waarop de Zeeongevallenwet 1919 van toepassing zou zijn geweest, indien zij ten tijde van de bovengenoemde wijziging nog in de vaart waren geweest.

3.

Het bepaalde in het tweede lid is niet van toepassing op het zeevaartuig, zeevissersvaartuig of lid van de bemanning, hetwelk zich bevond in de feitelijke macht van een vijandelijke mogendheid of van een mogendheid, welker gebied, ingevolge het Koninklijk besluit van 27 maart 1941, Stb. B 30, met vijandelijk gebied was gelijkgesteld.

Artikel 1a

Voor de toepassing van deze wet wordt gelijkgesteld met:

  1. huwelijk: het geregistreerd partnerschap;

  2. gehuwd: als partner geregistreerd;

  3. echtgenoot of echtgenote: de geregistreerde partner;

  4. weduwe of weduwnaar: de achtergebleven partij bij het geregistreerd partnerschap;

Artikel 1b

Artikel 2

Tweede hoofdstuk. Van het buitengewoon pensioen van de zeeman

§ 1. Van het recht op buitengewoon pensioen

Artikel 3

§ 2. Van de voet waarop buitengewoon pensioen wordt verleend

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

§ 3. Van de pensioensgrondslag

Artikel 7

§ 4. Van het pensioenbedrag

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

§ 5. Van het geneeskundig onderzoek

Artikel 13

Derde hoofdstuk. Van het buitengewoon pensioen der nagelaten betrekkingen

§ 1. Van het recht op buitengewoon pensioen

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 16a

§ 2. Van de berekening van het buitengewoon pensioen

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 18a

Artikel 19

Artikel 20

Hoofdstuk 3A. Van de Raad

Artikel 20a [Vervallen per 01-07-1990]

Artikel 20b [Vervallen per 01-07-1990]

Artikel 20c [Vervallen per 01-07-1990]

Vierde hoofdstuk. Van de aanvraag en de toekenning

Artikel 21

Artikel 21a

Artikel 21b [Vervallen per 01-01-1994]

Artikel 22

Artikel 22a

Artikel 22b

Vijfde hoofdstuk. Van ingang en einde van het buitengewoon pensioen

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25

Artikel 26

Artikel 26a

Artikel 27

Artikel 27a

Zesde hoofdstuk. Van de welvaartsvastheid der buitengewone pensioenen

Artikel 28

Artikel 28a

Artikel 28b

Artikel 28c [Vervallen per 01-01-2009]

Artikel 28d [Vervallen per 01-01-2009]

Hoofdstuk 6A. De garantietoeslag

Artikel 28e

Artikel 28f

Artikel 28g

Hoofdstuk 6B. De toeslag inkomensafhankelijke premie

Artikel 28h

Zevende hoofdstuk. Bijzondere bepalingen aan alle buitengewone pensioenen en garantietoeslagen gemeen

Artikel 28i

Artikel 29

Artikel 30

Artikel 31

Artikel 31a

Artikel 31b

Artikel 32 [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 32a

Achtste hoofdstuk. Van het indienen van een bezwaarschrift en beroep

Artikel 33

Artikel 33a [Vervallen per 01-01-1994]

Artikel 33b

Artikel 33c [Vervallen per 01-01-1994]

Artikel 34

Artikel 34a [Vervallen per 01-01-1994]

Artikel 35 [Vervallen per 01-01-1994]

Artikel 35a [Vervallen per 01-07-1963]

Artikel 35b [Vervallen per 01-01-1983]

Hoofdstuk 8A. Van herziening van gegeven beschikkingen

Artikel 35c

Artikel 35d

Artikel 35e

Artikel 35f

Artikel 35g

Artikel 35h

Artikel 35i

Negende hoofdstuk. Slotbepalingen

Artikel 36

Artikel 37 [Vervallen per 01-07-2000]

Artikel 38 [Vervallen per 01-07-1990]

Artikel 38a

Artikel 39

Artikel 40

Artikel 41