Home

Wet op de huurtoeslag

Geldig van 21 december 2024 tot 1 januari 2025
Geldig van 21 december 2024 tot 1 januari 2025

Wet op de huurtoeslag

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 21-12-2024 tot 01-01-2025]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet individuele huursubsidie te herzien, ter matiging van de huurlasten van huishoudens met lagere inkomens, ter vereenvoudiging van de wettelijke bepalingen, alsmede ter vergroting van de doelmatigheid van de huursubsidieverstrekking;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

§ 1. Definities

Artikel 1

In deze wet en de bepalingen die daarop berusten wordt verstaan onder:

  1. burgemeester en wethouders: burgemeester en wethouders van de gemeente waar de woning is gelegen waarop de huurtoeslag betrekking heeft;

  2. huurcommissie: de huurcommissie, bedoeld in artikel 3a, eerste lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte;

  3. huurder: persoon die zijn hoofdverblijf heeft in een door hem gehuurde woning, daaronder begrepen een woonwagen, tenzij:

    1. 1°.

      de overeenkomst van huur en verhuur een gebruik van de woning betreft dat naar zijn aard slechts van korte duur is, of

    2. 2°.

      de woning onderdeel uitmaakt van een hotel-, pension-, kamp- of vakantiebestedingsbedrijf, ongeacht de duur van de huurovereenkomst;

  4. huurprijs: de prijs die bij huur en verhuur is verschuldigd voor het enkele gebruik van een woning;

  5. huurtoeslag: een tegemoetkoming van het Rijk als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel h, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen in de kosten van het huren van een woning;

  6. onderhuurder: persoon als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel e, onder 2°, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen;

  7. Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  8. rekenhuur: de rekenhuur, bedoeld in artikel 5;

  9. rekeninkomen: de gezamenlijke toetsingsinkomens, bedoeld in artikel 8 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, die in aanmerking worden genomen voor het bepalen van de draagkracht, bedoeld in artikel 7 van die wet;

  10. standplaats: kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten;

  11. woning: een gebouwde onroerende zaak voor zover deze als zelfstandige woonruimte, onvrije etage dan wel andere onzelfstandige woonruimte is verhuurd, alsmede de onroerende aanhorigheden;

  12. woonwagen: voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.

Artikel 1a

§ 2. In aanmerking te nemen bewoningssituatie en huur

Artikel 2

Artikel 3 [Vervallen per 01-09-2005]

Artikel 4 [Vervallen per 01-09-2005]

Artikel 5

Artikel 6 [Vervallen per 30-11-1999]

Hoofdstuk 2. Het recht op huurtoeslag

§ 1. Algemeen

Artikel 7

Artikel 7a [Vervallen per 01-09-2005]

§ 2. Eisen aan de huurder, diens partner en de medebewoners

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

§ 3. Eisen aan de woning

Artikel 11

Artikel 12 [Vervallen per 27-03-2009]

Artikel 13

§ 4. Eisen aan de financiële positie

Artikel 14

Artikel 15 [Vervallen per 01-09-2005]

Hoofdstuk 3. De hoogte van de huurtoeslag

§ 1. Basishuur en normhuur

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

§ 2. Kwaliteitskortings- en aftoppingsgrens

Artikel 20

§ 3. Berekening van de huurtoeslag

Artikel 21

Artikel 22 [Vervallen per 01-09-2005]

Artikel 22a [Vervallen per 26-03-2004]

Hoofdstuk 4. Wijzigingen van omstandigheden

Artikel 23

Artikel 24 [Vervallen per 01-09-2005]

Artikel 25 [Vervallen per 01-10-1998]

Artikel 26 [Vervallen per 01-09-2005]

Hoofdstuk 4A. [Vervallen per 01-09-2005]

Artikel 26a [Vervallen per 01-09-2005]

Artikel 26b [Vervallen per 01-09-2005]

Artikel 26c [Vervallen per 01-09-2005]

Artikel 26d [Vervallen per 01-09-2005]

Artikel 26e [Vervallen per 01-09-2005]

Artikel 26f [Vervallen per 01-09-2005]

Artikel 26g [Vervallen per 01-09-2005]

Hoofdstuk 5. Aanpassing van bedragen

Artikel 27

Hoofdstuk 6. Hulp- en informatiepunten

Artikel 28

Artikel 29 [Vervallen per 01-09-2005]

Artikel 30 [Vervallen per 01-09-2005]

Artikel 30a [Vervallen per 01-09-2005]

Artikel 30aa [Vervallen per 01-09-2005]

Artikel 30ab [Vervallen per 01-09-2005]

Artikel 30b [Vervallen per 01-09-2005]

Artikel 30c [Vervallen per 01-09-2005]

Artikel 30d [Vervallen per 01-09-2005]

Artikel 31 [Vervallen per 01-09-2005]

Artikel 32 [Vervallen per 01-09-2005]

Hoofdstuk 7. [Vervallen per 01-09-2005]

Artikel 33 [Vervallen per 01-09-2005]

Artikel 34 [Vervallen per 26-03-2004]

Artikel 35 [Vervallen per 01-09-2005]

Artikel 36 [Vervallen per 01-09-2005]

Artikel 37 [Vervallen per 01-09-2005]

Hoofdstuk 8. [Vervallen per 27-03-2009]

Artikel 38 [Vervallen per 27-03-2009]

Artikel 39 [Vervallen per 27-03-2009]

Artikel 40 [Vervallen per 27-03-2009]

Artikel 41 [Vervallen per 26-03-2004]

Artikel 42 [Vervallen per 26-03-2004]

Artikel 43 [Vervallen per 26-03-2004]

Artikel 44 [Vervallen per 26-03-2004]

Artikel 45 [Vervallen per 26-03-2004]

Hoofdstuk 9. Gemeentelijk woonlastenfonds en experimenten

Artikel 46 [Vervallen per 01-09-2005]

Artikel 47 [Vervallen per 01-09-2005]

Artikel 48 [Vervallen per 01-09-2005]

Artikel 48a [Vervallen per 01-09-2005]

Artikel 48b [Vervallen per 01-09-2005]

Artikel 48c

Artikel 49

Artikel 50

Hoofdstuk 10. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 51 [Vervallen per 01-07-1999]

Artikel 52 [Vervallen per 01-07-1999]

Artikel 53 [Vervallen per 01-07-1999]

Artikel 54

Artikel 55

Artikel 56

Artikel 56a [Vervallen per 26-03-2004]

Artikel 56b

Artikel 57

Artikel 58

Artikel 59