Home

Besluit aanwijzing registraties gezamenlijke huishouding 1998

Geldig van 1 januari 2015 tot 1 januari 2038
Geldig van 1 januari 2015 tot 1 januari 2038

Besluit aanwijzing registraties gezamenlijke huishouding 1998

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2015 tot 01-01-2038]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 13 november 1997, Directie Sociale Verzekeringen, nr. SV/AVF/97/4557;

Gelet op artikel 3, vijfde lid, van de Algemene bijstandswet, artikel 3, vijfde lid, van de Algemene nabestaandenwet, artikel 1, zesde lid, van de Algemene Ouderdomswet, artikel 1, zesde lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering, artikel 3, vijfde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, artikel 3, vijfde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, artikel 1, zesde lid, van de Toeslagenwet, artikel 1, zesde lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jongehandicapten, artikel 1, zesde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, artikel 1, zesde lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekeringen zelfstandigen, artikel 1, zesde lid, van de Wet voorzieningen gehandicapten en artikel 1, zesde lid, van de Ziektewet;

De Raad van State gehoord (advies van 17 december 1997, nr. W12.97.0732);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 december 1997, Directie Sociale Verzekeringen, nr. SV/AVF/97/5412;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1. Definities

Artikel 2. Toepassingsgebied

Artikel 3. Aangewezen registraties

1.

Als registraties als bedoeld in artikel 2 worden aangewezen de registratie als:

  1. duurzame gezamenlijke huishouding op grond van:

    1. 1.
    2. 2.
    3. 3.
    4. 4.
    5. 4a.
    6. 5.
    7. 6.
  2. gezamenlijke huishouding op grond van:

    1. de Participatiewet;

    2. de ANW;

    3. de AOW;

    4. de IOAW;

    5. de IOAZ;

    6. de TW;

    7. de Wajong;

    8. de WAO;

    9. de WAZ;

    10. de Wet WIA;

    11. de Wmo 2015;

    12. de ZW;

    13. de IOW.

  3. duurzame gemeenschappelijke huishouding op grond van de onderafdeling 3 van afdeling 5 van titel 4 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;

  4. gemeenschappelijke huishouding op grond van:

    1. de Successiewet 1956;

    2. een verblijfsrecht ingevolge de Vreemdelingenwet 2000 voor verblijf bij partner;

  5. duurzame relatie op grond van de Rijkswet op het Nederlanderschap.

2.

Een registratie als bedoeld in het eerste lid is aanwezig gedurende de periode waarin bij de toepassing van de in dat lid genoemde wetten op enig moment rechtsgevolgen worden verbonden aan het bestaan van een duurzame gezamenlijke huishouding, een gezamenlijke huishouding, een duurzame gemeenschappelijke huishouding, een gemeenschappelijke huishouding respectievelijk een duurzame relatie.

Artikel 4. Bijzondere bepalingen in verband met de Participatiewet , AOW , IOAW , IOAZ , IOW , TW , Wajong , WAO , WAZ , Wet WIA , Wmo 2015 en ZW

Artikel 5. Bijzondere bepaling in verband met de ANW

Artikel 5a. Grondslag besluit

Artikel 6. Inwerkingtreding

Artikel 7. Citeertitel