Het bij of krachtens dit besluit bepaalde is van toepassing in de staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, niet zijnde lidstaten, vanaf het tijdstip waarop richtlijn nr. 1999/5/EG ingevolge een besluit van het Gemengd Comité van de EER in de Europese Economische Ruimte van kracht is.
Besluit randapparaten en radioapparaten
Besluit randapparaten en radioapparaten
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 1 september 1999, nr. DGTP/99/2235/NG, Directoraat-Generaal Telecommunicatie en Post;
Gelet op richtlijn nr. 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 9 maart 1999 betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit (PbEG L 91) en op artikel 3, tweede lid en de sectorbijlage betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur van de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika (PbEG 1999, L 31), artikel 2, derde lid en de sectorbijlage betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur van de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning tussen de Europese Gemeenschap en Canada (PbEG 1998, L 280), artikel 2, tweede lid en de sectorbijlage betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur van de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning van overeenstemmingsbeoordeling, certificaten en markeringen tussen de Europese Gemeenschap en Australië (PbEG 1998, L 229) en artikel 2, tweede lid en de sectorbijlage betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur van de Overeenkomst inzake de wederzijdse erkenning van overeenstemmingsbeoordeling tussen de Europese Gemeenschap en Nieuw-Zeeland (PbEG 1998, L 229) en op de artikelen 7.1, eerste lid, 10.1, 10.2, 10.3, tweede lid, 10.4, 10.6, 10.11en 10.15, onderdeel b, van de Telecommunicatiewet;
De Raad van State gehoord (advies van 7 december 1999, nr. W09.99.0470/V);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 27 maart 2000, nr. DGTP/00/1438/NG, Directoraat-Generaal Telecommunicatie en Post;
Hebben goedgevonden en verstaan:
HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN EN TOEPASSINGSBEREIK
Artikel 1 [Nog niet in werking]
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
wet: Telecommunicatiewet;
richtlijn nr. 1999/5/EG: richtlijn nr. 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 9 maart 1999 betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit (PbEG L 91);
richtlijn nr. 73/23/EEG: richtlijn nr. 73/23/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 februari 1973 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften der Lid-Staten inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen (PbEG L 77);
richtlijn nr. 89/336/EEG: richtlijn nr. 89/336/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 3 mei 1989 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake elektromagnetische compatibiliteit (PbEG L 139);
richtlijn nr. 98/13/EG: richtlijn nr. 98/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 12 februari 1998 betreffende eindapparatuur voor telecommunicatie en apparatuur voor satelliet-grondstations alsmede inzake de onderlinge erkenning van de conformiteit van die apparatuur (PbEG L 74), naar de tekst zoals deze bij die richtlijn is vastgesteld;
radioapparaten: radiozendapparaten en apparaten die naar hun aard bestemd zijn voor het ontvangen van radiocommunicatiesignalen;
geharmoniseerde norm: technische specificatie die door een erkende normalisatie-instelling, in opdracht van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en in overeenstemming met de procedures van richtlijn nr. 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende de informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PbEG L 204), is goedgekeurd;
lidstaat: staat die lid is van de Europese Unie;
derde land: land dat partij is bij een bij ministeriële regeling genoemde overeenkomst;
aangemelde instantie: instantie die door een lidstaat dan wel die in het kader van een bij ministeriële regeling genoemde overeenkomst door de aanwijzende autoriteit van een derde land is aangewezen voor het uitvoeren van de in artikel 10 van richtlijn nr. 1999/5/EG bedoelde conformiteitsbeoordelingsprocedures;
verklaring van conformiteit: document waarin degene die randapparaten of radioapparaten in de handel brengt, verklaart dat die apparaten voldoen aan het bij of krachtens dit besluit bepaalde;
schadelijke interferentie: interferentie die het functioneren van een radionavigatiedienst of van andere veiligheidsdiensten in gevaar brengt, of die een overeenkomstig de van toepassing zijnde communautaire of nationale voorschriften werkende radiocommunicatiedienst op een andere wijze ernstig doet achteruitgaan, hindert of herhaaldelijk onderbreekt.