Home

Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004

Geldig van 1 januari 2024 tot 1 januari 2025
Geldig van 1 januari 2024 tot 1 januari 2025

Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 3 september 2003, Directie Bijstand en Gemeentelijk Activeringsbeleid, nr. B&GA/WWB/03/70143;

Gelet op artikel 7 van de Invoeringswet Wet werk en bijstand;

De Raad van State gehoord (advies van 18 september 2003, nr. W12.03.0369/IV);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 9 oktober 2003, Directie Werk en Bijstand, nr. W&B/WWB/03/76459;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk I. Begripsomschrijvingen

Artikel 1. Definitiebepalingen

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  1. wet: Participatiewet;

  2. zelfstandige: de belanghebbende van 18 jaar tot aan de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet die voor de voorziening in het bestaan is aangewezen op arbeid in eigen bedrijf of zelfstandig beroep hier te lande en die:

    1. 1°.

      voldoet aan de wettelijke vereisten voor de uitoefening daarvan;

    2. 2°.

      voldoet aan het urencriterium, bedoeld in artikel 3.6 van de Wet inkomstenbelasting 2001, en

    3. 3°.

      alleen of samen met degenen met wie hij het bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent de volledige zeggenschap in dat bedrijf of zelfstandig beroep heeft en de financiële risico's daarvan draagt;

  3. levensvatbaar bedrijf of zelfstandig beroep: het bedrijf of zelfstandig beroep waaruit de zelfstandige naar verwachting na bijstandsverlening een inkomen zal verwerven dat, samen met het overige inkomen, toereikend is voor de voortzetting van het bedrijf of zelfstandig beroep en voor de voorziening in het bestaan;

  4. boekjaar: de periode van 12 maanden waarover de administratie van de zelfstandige wordt gevoerd;

  5. netto inkomen: het over het boekjaar verworven inkomen, bedoeld in hoofdstuk 3, paragraaf 3.4 van de wet, met toepassing van artikel 6, tweede lid;

  6. bruto inkomen: het over het boekjaar verworven inkomen, bedoeld in hoofdstuk 3, paragraaf 3.4 van de wet, zonder toepassing van artikel 31, derde lid, van de wet en artikel 6, tweede lid;

  7. jaarnorm: de tot een bedrag per boekjaar omgerekende som van de bijstandsnorm, bedoeld in hoofdstuk 3, paragraaf 3.2 en 3.3 van de wet, verhoogd met de vergoeding, bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet en de verleende bijzondere bijstand;

  8. totaal vermogen: het vermogen, bedoeld in artikel 34, eerste lid, onderdeel a, van de wet, zonder aftrek van de aanwezige schulden en zonder de in artikel 34, tweede lid, onderdelen a en e, van de wet, bedoelde bezittingen in aanmerking te nemen;

  9. eigen vermogen: het verschil tussen het totaal vermogen en de aanwezige schulden;

  10. bank: bank als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht;

  11. ondernemer in de binnenvaart: de zelfstandige die arbeid verricht door:

    1. 1°.

      het vervoeren of opslaan van goederen met behulp van een schip dat bestemd is of gebruikt wordt voor het vervoer van goederen op de Nederlandse binnenwateren, stromen en riviermonden, alsmede op de Dollard, de Waddenzee en het IJsselmeer;

    2. 2°.

      het slepen of duwen van de in onder 1 bedoelde schepen met een boot die blijkens zijn bouw daarvoor is bestemd en niet tevens is ingericht voor het vervoer van goederen.

Hoofdstuk II. Algemene bepalingen

§ 1. Algemeen

Artikel 2. Kring van rechthebbenden

Artikel 3. Bedrag om niet

Artikel 4. Forfaitair bedrag

Artikel 5. Boekjaar

§ 2. Inkomen

Artikel 6. Het inkomen

§ 3. Vermogen

Artikel 7. Het vermogen

Artikel 8. Vermogensvaststelling

Artikel 9. Het vermogen tezamen met anderen

§ 4. Algemene bijstand

Artikel 10. Vormen van bijstand

Artikel 11. Uitbetaling van lening

Artikel 12. Definitieve vaststelling netto inkomen

Artikel 13. Handhaving van renteloze lening

§ 5. Bijstand ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal

Artikel 14. Vormen van bijstandsverlening aan zelfstandigen

Artikel 15. Rentedragende geldlening

Artikel 16. Borgtocht

Artikel 17. Aflossing schuld

Hoofdstuk III. Nadere bepalingen voor groepen zelfstandigen

§ 1. Gevestigde zelfstandigen

Artikel 18. Duur algemene bijstand gevestigde zelfstandigen

Artikel 19. Verlening van bedrag om niet

Artikel 20. Bedrijfskapitaal gevestigde zelfstandige

Artikel 21. Kwijtschelding van rente bij geldlening en borgtocht

Artikel 22. Bedrijfskapitaal om niet gevestigde zelfstandige

§ 2. Beginnende zelfstandigen

Artikel 23. Duur algemene bijstand beginnende zelfstandige

Artikel 24. Bedrijfskapitaal beginnende zelfstandige

§ 3. Oudere zelfstandigen

Artikel 25. Duur algemene bijstand en inkomenseis oudere zelfstandige

Artikel 26. Bedrijfskapitaal oudere zelfstandige

§ 4. Beëindigende zelfstandigen

Artikel 27. Duur algemene bijstand beëindigende zelfstandige

§ 5. [Vervallen per 01-01-2020]

Artikel 28 [Vervallen per 01-01-2020]

§ 6. Voorziening in met voorbereiding van bedrijf of zelfstandig beroep samenhangende kosten

Artikel 29. Voorbereidingskosten

§ 7. Zelfstandigen die een bedrijf of zelfstandig beroep alleen of samen met anderen uitoefenen in een samenwerkingsverband of in de vorm van een rechtspersoon

Artikel 30. Zelfstandigen in samenwerkingsverband

Artikel 31. Vennoten en leden

Artikel 32. Vermogensgrenzen bij samenwerkingsverbanden

Artikel 33. Besloten vennootschap of coöperatieve vereniging

§ 8. Zelfstandigen in het buitenland

Artikel 34. Zelfstandigen in het buitenland

Hoofdstuk IV. De aanvraag

Artikel 35. De aanvraag

Artikel 36. Aanvraag bijstand door ondernemers in de binnenvaart zonder woonplaats

Artikel 37. Aanvraag bijstand door zelfstandigen in het buitenland

Hoofdstuk V. Verplichtingen

§ 1. Algemeen

Artikel 38. Bevordering van de zelfstandige bestaansvoorziening en leveren jaarcijfers

§ 2. Verplichtingen verbonden aan de bijstand ter voorziening aan de behoefte aan bedrijfskapitaal en maatregelen bij het niet nakomen van deze verplichtingen

Artikel 39. Verplichtingen verbonden aan de geldlening en borgtocht

Artikel 40 [Vervallen per 01-01-2020]

Artikel 41. Uitstel van betaling

Artikel 42. Schuldregeling

Artikel 43. Beëindiging bedrijf of zelfstandig beroep

Artikel 43a

Artikel 43b

Artikel 43c

Artikel 43d

Hoofdstuk VI. [Vervallen per 01-01-2020]

Artikel 44 [Vervallen per 01-01-2020]

Artikel 45 [Vervallen per 01-01-2020]

Artikel 46 [Vervallen per 01-01-2020]

Artikel 47 [Vervallen per 01-01-2020]

Hoofdstuk VII. Financiering

§ 1. Algemeen

Artikel 48. Uitkering verlening algemene bijstand

Artikel 49. Bekostiging verlening bijstand bedrijfskapitaal

Artikel 50. Vaststelling lasten en baten van bijstand bedrijfskapitaal

§ 2. Vergoeding centrumgemeenten bijstandsverlening ondernemers in de binnenvaart

Artikel 51. Reikwijdte paragraaf

Artikel 52. Vergoeding

Artikel 53. Vaststelling vergoeding

Hoofdstuk VIIa. [Vervallen per 01-07-2022]

Artikel 54 [Vervallen per 01-07-2022]

Artikel 55 [Vervallen per 01-07-2022]

Artikel 56 [Vervallen per 01-07-2022]

Artikel 57 [Vervallen per 01-07-2022]

Artikel 58 [Vervallen per 01-07-2022]

Artikel 59 [Vervallen per 01-01-2020]

Hoofdstuk VIII. Slotbepalingen

Artikel 60. Indexering bedragen en herziening percentages

Artikel 60a. Overgangsbepalingen in verband met wijzigingen per 1 januari 2020

Artikel 60aa. Overgangsbepaling in verband met tijdelijke afwijkende regels voor instroom tijdens vierde kwartaal 2021

Artikel 60ab. Overgangsbepaling in verband met tijdelijke afwijkende regels voor instroom tijdens eerste kwartaal 2022

Artikel 60b. Grondslag

Artikel 61. Inwerkingtreding

Artikel 62. Citeertitel