het tijdig aanvragen van de uitkering, bedoeld in
de artikelen 26, eerste lid, onderdeel b, van de WW, 34, derde lid, en
34a, vierde lid, van de WAO, 64, derde lid, van de Wet WIA, 35, vierde
lid, van de WAZ, 28, vierde lid, van de WAJONG en artikel 3:22, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg;
het tijdig doen van aangifte van werkloosheid en
het tijdig melden van ziekte, bedoeld in de artikelen 38a, eerste lid, en 38ab, eerste
lid, van de ZW;
het naleven van vastgestelde controlevoorschriften
die noodzakelijk zijn voor een juiste uitvoering van deze wetten,
bedoeld in de artikelen 26, eerste lid, onderdeel c, van de WW, 12, tweede lid, onderdeel d, juncto artikel 17,
eerste lid, onderdeel a, van de IOW, 45,
eerste lid, onderdeel e, van de ZW, 28, onderdeel d, van de WAO, 27,
tweede lid, onderdeel d, van de Wet WIA, 46, onderdeel d, van de WAZ,
2:7, tweede lid,
onderdeel d, en vierde lid, en 3:38, eerste lid, onderdeel d, van de
Wajong, 13, eerste lid, van de TW, 15, tweede lid,
van de AOW, 36, tweede lid, van de Anw, 16, tweede lid, van de AKW en 8g, tweede lid, van de RW,
behoudens voor zover de controlevoorschriften betrekking hebben op de
in artikel 4, onderdeel a of c, genoemde verplichtingen;
het binnen de vastgestelde termijn gevolg geven
aan een verzoek om alle feiten en omstandigheden mede te delen waarvan
redelijkerwijs duidelijk is dat zij van invloed kunnen zijn op het
recht op uitkering, het geldend maken van het recht op uitkering, de
hoogte of de duur van de uitkering, of het bedrag dat wordt betaald,
bedoeld in de artikelen 25 van de WW, 12, eerste lid, van de
IOW, 31, eerste lid, en 49 van de ZW,
27, eerste lid, van de Wet WIA, 80 van de WAO, 70 van de WAZ, 2:7, eerste en
vierde lid, en 3:74 van de Wajong, 12 van de TW, 49 van de AOW, 35 van de Anw en 15 van de
AKW. Onder uitkering wordt tevens verstaan
toeslag als bedoeld in artikel 11, tweede lid, van de TW,
ouderdomspensioen en toeslag als bedoeld in de artikelen 7 en 8 van de
AOW, alsmede kinderbijslag als bedoeld in artikel 7 van de AKW en onder
feiten en omstandigheden wordt onder meer verstaan informatie in het
kader van re-integratie;
het
onverwijld op verzoek inzage verstrekken in een document als bedoeld in
artikel 1 van de Wet op de Identificatieplicht, bedoeld in artikel 55,
tweede lid, van de Wet SUWI;
het voldoen aan de andere
voorwaarden die het UWV op grond van artikel 101, tweede lid, van de WW en
artikel 17, eerste lid, onderdeel c, van de IOW
stelt, bedoeld in artikel 26, eerste lid, onderdeel h, van de
WW en artikel 12, tweede lid, onderdeel d, juncto artikel 17, eerste
lid, onderdeel c, van de IOW;
het opvolgen van voorschriften
van het UWV in verband met het genieten van vakantie tijdens de duur
van de uitkering op grond van de WW, bedoeld in artikel 26, eerste lid,
onderdeel j, van de WW en op
grond van de IOW, bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdeel d,
juncto artikel 17, eerste lid, onderdeel b, van de
IOW;
het gevolg geven aan een verzoek om alle feiten en omstandigheden mede te delen of dit onverwijld uit eigen beweging te doen waarvan redelijkerwijs duidelijk is dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op remigratievoorzieningen, het geldend maken van het recht op remigratievoorzieningen, de hoogte van de remigratievoorzieningen, of het bedrag dat wordt betaald, bedoeld in de artikelen 2a, 2b, 4, 5, 6, 6a en 11 van de RW.