Home

Centrale Raad van Beroep, 10-08-2022, ECLI:NL:CRVB:2022:1875, 18/4539 WIA-R

Centrale Raad van Beroep, 10-08-2022, ECLI:NL:CRVB:2022:1875, 18/4539 WIA-R

Gegevens

Instantie
Centrale Raad van Beroep
Datum uitspraak
10 augustus 2022
Datum publicatie
26 augustus 2022
Annotator
ECLI
ECLI:NL:CRVB:2022:1875
Zaaknummer
18/4539 WIA-R

Inhoudsindicatie

Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 16 december 2021, 18/4539 WIA, ECLI:NL:CRVB:2021:3196, zie ECLI:NL:CRVB:2021:3372) voor de gerectificeerde tekst.

Uitspraak

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 16 december 2021, 18/4539 WIA.

Partijen:

de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

[werkgever] B.V. te [vestigingsplaats] (werkgever)

Datum uitspraak: 10 augustus 2022

PROCESVERLOOP

De Raad heeft geconstateerd dat in de uitspraak van de Raad van 16 december 2021 met het kenmerk 18/4539 WIA abusievelijk niet is opgenomen dat van het Uwv een griffierecht moet worden geheven en ten laste van het Uwv een proceskostenveroordeling moet worden uitgesproken.

De Raad heeft partijen bij brief van 25 maart 2022 meegedeeld voornemens te zijn de uitspraak te rectificeren. In de genoemde brief is aan partijen meegedeeld dat zij binnen twee weken schriftelijk kunnen reageren op het voornemen van de Raad tot rectificatie van de uitspraak. In deze brief is meegedeeld dat indien van partijen binnen de gestelde termijn geen reactie wordt ontvangen de Raad er dan van uit gaat dat geen bezwaar bestaat tegen de voorgenomen rectificatie.

Het Uwv heeft bij brief van 11 april 2022 meegedeeld geen bezwaar te hebben tegen de rectificatie. Van de zijde van de werkgever is geen reactie ontvangen.

OVERWEGINGEN

De Raad wijzigt de uitspraak van 16 december 2021, 18/4539 WIA als volgt.

De vijfde overweging wordt als volgt gewijzigd en als zesde overweging wordt in de uitspraak het volgende toegevoegd:

5. Er is aanleiding om het Uwv te veroordelen in de proceskosten van werkgever in hoger beroep. Deze wordt begroot op € 1496,- voor verleende rechtsbijstand.

6. Van het Uwv wordt op grond van artikel 8:109, tweede lid, van de Awb griffierecht geheven.

De nieuwe beslissing zal gaan luiden:

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep

- bevestigt de aangevallen uitspraak;

- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van werkgever in hoger beroep tot een bedrag van

€ 1496,-:

- bepaalt dat van het Uwv een griffierecht van € 508,- wordt geheven.

Deze uitspraak is gedaan door S. Wijna, in tegenwoordigheid van R.L. Rijnen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 10 augustus 2022.

(getekend) S. Wijna

(getekend) R.L. Rijnen