Centrale Raad van Beroep, 17-03-2023, ECLI:NL:CRVB:2023:505, 20/1224 WIA-R
Centrale Raad van Beroep, 17-03-2023, ECLI:NL:CRVB:2023:505, 20/1224 WIA-R
Gegevens
- Instantie
- Centrale Raad van Beroep
- Datum uitspraak
- 17 maart 2023
- Datum publicatie
- 21 maart 2023
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:CRVB:2023:505
- Zaaknummer
- 20/1224 WIA-R
Inhoudsindicatie
Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 29 december 2022, 20/1224 WIA, 20/1267 WIA en 20/2230 WIA, ECLI:NL:CRVB:2022:2851, zie ECLI:NL:CRVB:2022:2867 voor de gerectificeerde tekst.
Uitspraak
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 29 december 2022, 20/1224 WIA, 20/1267 WIA en 20/2230 WIA.
de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
[betrokkene] te [woonplaats] (betrokkene)
Datum uitspraak: 17 maart 2023
PROCESVERLOOP
De Raad heeft vastgesteld dat de uitspraak van de Raad van 29 december 2022 met het kenmerk 20/1224 WIA, 20/1267 WIA en 20/2230 WIA een kennelijk fout bevat in die zin dat is nagelaten te vermelden dat van het Uwv een griffierecht van in totaal € 1.064,- wordt geheven.
De Raad heeft partijen daarom bij brief van 3 februari 2023 in de gelegenheid gesteld zich schriftelijk uit te laten over een rectificatie van de uitspraak. Partijen hebben niet gereageerd op de in de brief van 3 februari 2023 gestelde termijn van twee weken. Zoals in de brief van 3 februari 2023 is vermeld, gaat de Raad er daarom van uit dat er geen bezwaar bestaat tegen de voorgenomen rectificatie.
OVERWEGINGEN
Aan de beslissing van de uitspraak van 29 december 2022, 20/1224 WIA, 20/1267 WIA en 20/2230 WIA, wordt het volgende toegevoegd:
- bepaalt dat van het Uwv een griffierecht van in totaal € 1.064,- wordt geheven.
BESLISSING
De Raad rectificeert de uitspraak van 29 december 2022, 20/1224 WIA, 20/1267 WIA en 20/2230 WIA, zoals in de overwegingen is weergegeven.
Deze uitspraak is gedaan door M. Schoneveld, in tegenwoordigheid en S.E. Reichert en C. Karman als leden, in tegenwoordigheid van R.L. Rijnen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 17 maart.
(getekend) M. Schoneveld
(getekend) R.L. Rijnen