Home

Centrale Raad van Beroep, 24-01-2024, ECLI:NL:CRVB:2024:141, 21/3652 WIA-T

Centrale Raad van Beroep, 24-01-2024, ECLI:NL:CRVB:2024:141, 21/3652 WIA-T

Gegevens

Instantie
Centrale Raad van Beroep
Datum uitspraak
24 januari 2024
Datum publicatie
26 januari 2024
Annotator
ECLI
ECLI:NL:CRVB:2024:141
Formele relaties
Zaaknummer
21/3652 WIA-T

Inhoudsindicatie

Tussenuitspraak. Vaststelling mate van arbeidsongeschiktheid op 49,73%. Opdracht aan het Uwv tot herstel gebrek in medisch beoordeling.

Uitspraak

21/3652 WIA-T

Datum uitspraak: 24 januari 2024

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

Tussenuitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank

Zeeland-West-Brabant van 31 augustus 2021, 20/7588 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[appellant] te [woonplaats] (appellant)

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

PROCESVERLOOP

Met een besluit van 3 januari 2020 heeft het Uwv aan appellant een loongerelateerde
WGA-uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) toegekend en daarbij de mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 49,73%. Appellant heeft daartegen bezwaar gemaakt, maar het Uwv is met een besluit van 6 juli 2020 (bestreden besluit) bij de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid gebleven.

Appellant heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

Namens appellant heeft mr. R.A. Severijn, advocaat, hoger beroep ingesteld en nadere stukken ingediend. Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.

Naar aanleiding van een vraag van de Raad heeft het Uwv de Raad laten weten dat appellant wordt opgeroepen voor een spreekuur. Het Uwv heeft hierna een nader stuk ingebracht.

De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting van 28 juni 2023. Voor appellant is
mr. Severijn verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door
mr. G.A. Vermeijden.

OVERWEGINGEN

Samenvatting

Het gaat in deze zaak over de vraag of het Uwv terecht de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant heeft vastgesteld op 49,73%. Volgens appellant heeft hij meer (medische) beperkingen dan het Uwv heeft aangenomen. Daarom kan hij de door de arbeidsdeskundige geselecteerde functies niet vervullen. De Raad stelt in deze tussenuitspraak vast dat er een gebrek kleeft aan de medische beoordeling en het daarop gebaseerde bestreden besluit. De Raad zal het Uwv in de gelegenheid stellen om dit gebrek te herstellen.

Inleiding

Het oordeel van de Raad

Conclusie en gevolgen

BESLISSING

Bijlage