Gerechtshof Amsterdam, 11-11-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:4768, 23-004669-12
Gerechtshof Amsterdam, 11-11-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:4768, 23-004669-12
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 11 november 2014
- Datum publicatie
- 21 november 2014
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2014:4768
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2016:177, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 23-004669-12
Inhoudsindicatie
Twee woningovervallen in Hillegom en Bennebroek en een overval op een coffeeshop in Haarlem. Herkenning van de verdachte en medeverdachte na uitzending Opsporing Verzocht.
Openbaar Ministerie ontvankelijk na herstel van onjuistheden in het proces-verbaal van verhoor van de medeverdachte. Vidgen- en betrouwbaarheidsverweren. Verweer t.a.v. de vordering benadeelde partij en herroeping van de v.i.
Gevangenisstraf voor de duur van 8 jaren.
De verdachte vervulde bij alle overvallen kennelijk een sleutelrol, waarbij hij het initiatief nam tot het plegen van de overvallen door de medeverdachte(n) te benaderen en hen tijdens de overvallen aan te sturen. Het hof rekent het de verdachte in het bijzonder aan dat hij, blijkens een de verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie hij in 2009 is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren en 6 maanden voor een soortgelijk feit. De eerste woningoverval, in Hillegom, werd in nog geen maand na zijn voorlopige invrijheidstelling voor dit feit, al door de verdachte gepleegd. Daarnaast heeft de verdachte op geen enkel moment in het proces er blijk van gegeven het kwalijke van zijn gedrag in te zien. Het hof heeft tenslotte rekening gehouden met de jeugdige leeftijd van de verdachte ten tijde van de bewezen verklaarde feiten en de omstandigheid dat de hierna te noemen vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling zal worden toegewezen, waardoor het hof tot de oplegging van een iets lagere gevangenisstraf komt dan de rechtbank.
Uitspraak
parketnummer: 23-004669-12
datum uitspraak: 11 november 2014
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Haarlem van 22 oktober 2012 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 15-740040-12 en 15-741187-11 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988,
adres: [adres 1], thans gedetineerd in [P.I.].
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
De verdachte is door rechtbank Haarlem vrijgesproken van hetgeen aan hem in de zaak met parketnummer 15-740040-12 onder 3 is ten laste gelegd. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissing tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraak.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 28 oktober 2014, en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
Tenlasteleggingen
Gelet op de in eerste aanleg door de rechtbank toegelaten wijziging is aan de verdachte, voor zover thans nog aan de orde, ten laste gelegd dat:
Zaak met parketnummer 15-740040-12:
1:hij op of omstreeks 06 februari 2011 te Haarlem in elk geval in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 2 bak(ken) met wiet en/of een mobiele telefoon (merk: blackberry), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan coffeeshop [bedrijf 1] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, en/of met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van de balieportemonne met als inhoud een geldbedrag van (ongeveer) EUR 400,-, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan coffeeshop [bedrijf 1] en/of [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn mededader een vuurwapen, althans een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [slachtoffer 1] heeft/hebben gericht en/ofdeur heeft/hebben ingetrapt; art 312 Wetboek van Strafrecht
2:hij op of omstreeks 31 januari 2011 te Hillegom in elk geval in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van autosleutels behorende bij een personenauto (merk: Audi, type A6) voorzien van kenteken [kenteken 1], in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] en/of [bedrijf 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en/of met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto (merk: Audi, type A6) voorzien van kenteken [kenteken 1]) en/of een horloge (merk: Maurice Lacroix, type: Master piece) en/of een geldbedrag van (ongeveer) EUR 450,-, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] en/of [bedrijf 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij verdachte en/of zijn mededader een vuurwapen, althans een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [slachtoffer 3] heeft/hebben gericht en/of de handen en/of voeten van die [slachtoffer 3] door middel van tyrips heeft/hebben vastgebonden; art 317 Wetboek van Strafrecht
Zaak met parketnummer 15-741187-11 (gevoegd):
hij op of omstreeks 20 september 2011 te Bennebroek, gemeente Bloemendaal in elk geval in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een Porsche Cayenne en/of een of meer sieraden en/of geld en/of waardepapieren en/of een pinpas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 4], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) een pistool, althans een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [slachtoffer 4] heeft/hebben gericht en/of daarbij de woorden "Ik schiet je dood" en/op "Ga op je knieën zitten en anders schieten we", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking toe te voegen en/of voornoemde pistool, althans vuurwapen gelijkend voorwerp een of meermalen heeft/hebben doorgeladen en/of die [slachtoffer 4] bij zijn hoofd heeft/hebben vastgepakt en/of (vervolgens) tegen de grond heeft/hebben geduwd en/of de handen en/of voeten van die [slachtoffer 4] aan elkaar heeft/hebben gebonden;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.