Hoge Raad, 31-10-2003, AJ3230, C02/171HR
Hoge Raad, 31-10-2003, AJ3230, C02/171HR
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 31 oktober 2003
- Datum publicatie
- 31 oktober 2003
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2003:AJ3230
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2003:AJ3230
- Zaaknummer
- C02/171HR
Inhoudsindicatie
31 oktober 2003 Eerste Kamer Nr. C02/171HR JMH/AT Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: [Eiser], wonende te [woonplaats], EISER tot cassatie, advocaat: mr. drs. R.A. van der Hansz, t e g e n de publiekrechtelijke rechtspersoon UITVOERINGSINSTANTIE WERKNEMERS-VERZEKERINGEN, als rechtsopvolgster onder algemene titel van het LANDELIJK INSTITUUT SOCIALE VERZEKERINGEN, gevestigd te Amsterdam, VERWEERDER in cassatie, advocaat: mr. R.A.A. Duk. 1. Het geding in feitelijke instanties...
Uitspraak
31 oktober 2003
Eerste Kamer
Nr. C02/171HR
JMH/AT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. drs. R.A. van der Hansz,
t e g e n
de publiekrechtelijke rechtspersoon UITVOERINGSINSTANTIE WERKNEMERSVERZEKERINGEN, als rechtsopvolgster onder algemene titel van het LANDELIJK INSTITUUT SOCIALE VERZEKERINGEN,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. R.A.A. Duk.
1. Het geding in feitelijke instanties
Verweerder in cassatie - verder te noemen: LISV - heeft bij exploot van 25 augustus 1999 eiser tot cassatie - verder te noemen: [eiser] - gedagvaard voor de rechtbank te Breda en gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [eiser] te veroordelen om aan LISV te betalen een bedrag van ƒ 14.663,63, vermeerderd met de wettelijke rente primair vanaf 15 maart 1999 en subsidiair vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening.
[Eiser] heeft de vordering bestreden.
De rechtbank heeft bij vonnis van 7 maart 2000 de vordering van LISV toegewezen.
Tegen dit vonnis heeft [eiser] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.
Bij arrest van 27 februari 2002 heeft het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
LISV heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van LISV begroot op € 379,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, A.M.J. van Buchem-Spapens en E.J. Numann,
en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 31 oktober 2003.