Home

Hoge Raad, 28-11-2003, AN9071, 38193

Hoge Raad, 28-11-2003, AN9071, 38193

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
28 november 2003
Datum publicatie
28 november 2003
Annotator
ECLI
ECLI:NL:HR:2003:AN9071
Formele relaties
Zaaknummer
38193
Relevante informatie
Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-05-2024 tot 01-03-2027] art. 8:69, Algemene wet inzake rijksbelastingen [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 67c

Inhoudsindicatie

Nr. 38.193 28 november 2003 WM gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 5 maart 2002, nr. BK-99/30845, betreffende na te melden aan X te Z opgelegde naheffingsaanslag in de omzetbelasting en de daarbij gegeven boetebeschikking. 1. Naheffingsaanslag, beschikking, bezwaar en geding voor het Hof...

Uitspraak

Nr. 38.193

28 november 2003

WM

gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 5 maart 2002, nr. BK-99/30845, betreffende na te melden aan X te Z opgelegde naheffingsaanslag in de omzetbelasting en de daarbij gegeven boetebeschikking.

1. Naheffingsaanslag, beschikking, bezwaar en geding voor het Hof

Aan belanghebbende is over het tijdvak 1 januari 1999 tot en met 31 maart 1999 een naheffingsaanslag in de omzetbelasting opgelegd ten bedrage van ƒ 6000, alsmede een boete van ƒ 60. De naheffingsaanslag alsmede de boetebeschikking zijn, na daartegen gemaakt bezwaar, bij in één geschrift vervatte uitspraken van de Inspecteur gehandhaafd.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij het Hof.

Het Hof heeft het beroep gegrond verklaard, de boetebeschikking vernietigd en de naheffingsaanslag gehandhaafd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.

2. Geding in cassatie

De Staatssecretaris van Financiën heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

3. Beoordeling van het middel

3.1. Het Hof heeft geoordeeld dat de onderhavige naheffingsaanslag terecht is opgelegd.

3.2. Voorts heeft het Hof geoordeeld dat, hoewel dit niet door belanghebbende is aangevoerd, de onderhavige beschikking waarbij een bestuurlijke boete van ƒ 60 is opgelegd, moet worden vernietigd, aangezien noch uit het rapport van het boekenonderzoek, noch uit het verweerschrift van de Inspecteur blijkt dat het opleggen van de boete tevoren is aangekondigd en/of voldoende is gemotiveerd.

3.3. Zoals het middel terecht aanvoert, is het Hof aldus buiten de grenzen van de rechtsstrijd getreden.

3.4. De uitspraak van het Hof kan niet in stand blijven. De Hoge Raad kan de zaak afdoen.

4. Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

5. Beslissing

De Hoge Raad:

verklaart het beroep gegrond,

vernietigt de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, en

verklaart het tegen de uitspraken van de Inspecteur ingediende beroep ongegrond.

Dit arrest is gewezen door de vice-president A.E.M. van der Putt-Lauwers als voorzitter, en de raadsheren D.G. van Vliet, P. Lourens, C.B. Bavinck en J.W. van den Berge, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 28 november 2003.