Home

Hoge Raad, 22-06-2004, AP0252, 00031/04

Hoge Raad, 22-06-2004, AP0252, 00031/04

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
22 juni 2004
Datum publicatie
19 augustus 2004
ECLI
ECLI:NL:HR:2004:AP0252
Formele relaties
Zaaknummer
00031/04
Relevante informatie
Wetboek van Strafrecht [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-07-2024], Wetboek van Strafrecht [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-07-2024] art. 82

Inhoudsindicatie

1. Drievoudige kaakbreuk en meervoudig tand/kiesletsel waardoor het slachtoffer 3½ maand niet zijn normale bezigheden heeft kunnen verrichten is zwaar lichamelijk letsel. 2. Draagkrachtverweer en toereikende strafmotivering.

Uitspraak

22 juni 2004

Strafkamer

nr. 00031/04

EC/SM

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 14 maart 2003, nummer 23/002572-02, in de strafzaak tegen:

[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1981, wonende te [woonplaats].

1. De bestreden uitspraak

Het Hof heeft in hoger beroep - met vernietiging van een vonnis van de Rechtbank te Utrecht van 14 juni 2002 - de verdachte ter zake van onder 1 primair "als bestuurder van een motorrijtuig overtreden van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht, meermalen gepleegd" en 2. "overtreding van artikel 107, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994" veroordeeld ten aanzien van het onder 1 primair tenlastegelegde tot een taakstraf bestaande uit een werkstraf voor de duur van tweehonderd uren, subsidiair éénhonderd dagen hechtenis met ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van negen maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, alsmede tot een geldboete van € 2.500,--, subsidiair vijftig dagen hechtenis en ten aanzien van feit 2 tot een geldboete van tweehonderd euro, subsidiair vier dagen hechtenis.

2. Geding in cassatie

Het beroep, dat kennelijk uitsluitend is gericht tegen de veroordeling ter zake van het onder 1 bewezenverklaarde feit, is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. R.I. Takens, advocaat te Utrecht, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest doch uitsluitend wat betreft de ter zake van het misdrijf opgelegde straffen en tot verwijzing van de zaak naar een aangrenzend Hof teneinde in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.

3. Beoordeling van het eerste middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4. Beoordeling van het tweede middel

4.1. Het middel klaagt erover dat 's Hofs oordeel dat [het slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen, niet zonder meer begrijpelijk is.

4.2.1. Ten laste van de verdachte is onder 1 primair, voorzover hier van belang, bewezenverklaard dat:

"hij op 21 oktober 2000 in de gemeente Vleuten-De Meern, als bestuurder van een motorrijtuig, daarmee rijdende over de weg, de Rijksweg A12 (...) zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden (...) waardoor anderen (allen inzittenden van het voertuig van de verdachte), te weten:

- [het slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel, te weten een drievoudige onderkaakfractuur en meervoudig tand- en/of kiesletsel werd toegebracht

(...)."

4.2.2. Wat betreft het door [het slachtoffer] opgelopen letsel houden de door het Hof in de aanvulling als bedoeld in art. 365a, tweede lid, Sv opgenomen bewijsmiddelen het volgende in:

(i) Een op 21 oktober 2000 tegenover verbalisant Molendijk afgelegde verklaring van [het slachtoffer], als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal met kenmerk 2000019969-1, inhoudende:

"Op 21 oktober reed ik als passagier in mijn personenauto op de zuidelijke rijbaan van de Rijksweg A12. [Verdachte] reed. Wij waren met zijn vijven onderweg naar Utrecht. Kort voor het ongeval zag ik op de kilometerteller dat wij 150 kilometer per uur reden. Ik hoorde mijn vrienden nog roepen dat snelheidscamera's langs de weg stonden en dat [verdachte] snelheid moest minderen. De auto begon te slingeren en kwam in de middenberm terecht. Ik heb ten gevolge van dit ongeval een gebroken kaak opgelopen."

(ii) Een geschrift, zijnde de op 6 november 2000 door de arts S.A. Zijderveld opgemaakte geneeskundige verklaring, als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal met kenmerk 2000019969-1, inhoudende:

"Medische informatie betreffende: [het slachtoffer]

Uitwendig waargenomen letsel:

- drievoudige onderkaakfractuur;

- meervoudig tand/kiesletsel."

(iii) De door de getuige [het slachtoffer], ter terechtzitting in eerste aanleg van 31 mei 2002 afgelegde verklaring inhoudende:

"Door mijn letsel ben ik drie en een halve maand thuis geweest."

4.3. Uit de gebezigde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang bezien, kan worden afgeleid dat [het slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen. De tot het bewijs gebezigde medische verklaring spreekt van een drievoudige onderkaakfractuur en meervoudig tand/kiesletsel, terwijl het Hof, blijkens de tot het bewijs gebezigde verklaring van [het slachtoffer], feitelijk en niet onbegrijpelijk heeft vastgesteld dat [het slachtoffer] door het letsel drie en een halve maand niet zijn normale bezigheden heeft kunnen verrichten. Daaraan doet niet af dat de opgemaakte medische verklaring op zichzelf geen mededelingen bevat omtrent de noodzaak en aard van medisch ingrijpen en het uitzicht op (volledig) herstel.

4.4. Het middel faalt.

5. Beoordeling van het derde middel

5.1. Het middel klaagt erover dat het Hof zijn beslissing tot het opleggen van een geldboete van € 2500,-- nader had moeten motiveren, gelet op hetgeen in hoger beroep omtrent de draagkracht van de verdachte is aangevoerd.

5.2.1. Blijkens het proces-verbaal van de terechtzitting van het Hof van 28 februari 2003 heeft de verdachte daar - voorzover hier van belang - verklaard:

"(...) Ik heb op dit moment geen inkomen maar binnenkort begin ik met een baan waarvoor ik mijn rijbewijs nodig heb. Ik heb een contract bij een bedrijf in Capelle dat alarminstallaties installeert en beheert. (...) Ik kan geen boete betalen. Ik heb een studieschuld en sta € 1.000 rood bij de bank."

5.2.2. Blijkens dat proces-verbaal is aan het Hof overgelegd een kopie-arbeidsovereenkomst van ax's engeneers en constructors, welke overeenkomst onder "Salaris en secundaire arbeidsvoorwaarden" inhoudt:

"De werknemer heeft een bruto uurloon van € 8,64 exclusief 23,74% reserveringen zoals vakantiegeld, -dagen, feestdagentoeslag en kort verzuim van € 2,05 per uur."

en voorts onder "Onkostenvergoeding":

"U krijgt van ADT Security de beschikking over een bedrijfswagen."

5.3. Het Hof heeft de hiervoor onder 1 vermelde straf als volgt gemotiveerd:

"De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 200 uren subsidiair 100 dagen hechtenis, ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de tijd van negen maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, en terzake van feit 2 tot een geldboete van € 200, subsidiair 4 dagen hechtenis.

Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een werkstraf van 200 uren subsidiair 100 dagen hechtenis, ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de tijd van negen maanden, geheel voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, en een geldboete ter hoogte van € 1500 subsidiair 30 dagen hechtenis, en terzake van feit 2 tot een geldboete van € 200, subsidiair 4 dagen hechtenis.

Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte.

Verdachte heeft, zonder dat hij in het bezit was van een rijbewijs, zeer onvoorzichtig en met veel te hoge snelheid over een vochtige weg gereden. Dit heeft ertoe geleid dat hij met de auto die hij bestuurde van de weg is geraakt en over de kop is geslagen. Drie personen hebben bij dit verkeersongeval door de schuld van verdachte letsel opgelopen, waarvan één zwaar lichamelijk letsel.

Uit het uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister van 22 januari 2003 blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld.

Verdachte heeft aannemelijk gemaakt dat hij groot belang heeft bij het behoud van zijn rijbewijs.

Al het voorgaande overwegende is het hof van oordeel dat niet volstaan kan worden met de door de advocaat-generaal gevorderde geldboete en dat alleen oplegging van een geldboete van na te noemen hoogte recht doet aan de ernst van het bewezene.

Het hof acht, alles afwegende, na te melden straffen passend en geboden."

Kennelijk heeft het Hof gelet op de belangen van de verdachte bij het behoud van het rijbewijs met het oog op het aanvaarden van werk en het verwerven van inkomen, grond gezien om - ondanks de weergegeven ernst van het verkeersdelict - slechts een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid op te leggen doch ter compensatie de verdachte wel te veroordelen tot een aanmerkelijke geldboete.

5.4. Anders dan de in het middel vervatte klacht inhoudt, was het Hof dat betaling van de boete in vijf driemaandelijkse termijnen van vijfhonderd euro heeft toegestaan, gelet op het vorenoverwogene, niet gehouden tot nadere motivering van de opgelegde geldboete.

5.5. Het middel faalt dus.

6. Slotsom

Nu geen van de middelen tot cassatie kan leiden, terwijl de Hoge Raad ook geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, moet het beroep worden verworpen.

7. Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Dit arrest is gewezen door de vice-president C.J.G. Bleichrodt als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en J.L.M. Urlings, in bijzijn van de waarnemend-griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 22 juni 2004.