Home

Hoge Raad, 19-05-2009, BH7296, 08/03751 W

Hoge Raad, 19-05-2009, BH7296, 08/03751 W

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
19 mei 2009
Datum publicatie
19 mei 2009
ECLI
ECLI:NL:HR:2009:BH7296
Formele relaties
Zaaknummer
08/03751 W

Inhoudsindicatie

Niet ondertekend pv ttz. Het pv ttz. is in strijd met art. 327 Sv jo. art. 28.4 WOTS niet ondertekend. Daardoor mist het rechtskracht. Dit verzuim kan, gelet op de ingewonnen informatie, niet worden hersteld. Het onderzoek ttz. en de n.a.v. het onderzoek gewezen uitspraak lijden aan nietigheid.

Uitspraak

19 mei 2009

Strafkamer

nr. 08/03751 W

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Rechtbank te Arnhem van 24 mei 2006, nummer 06/207, omtrent een verzoek van het Ministerie van Justitie van de Duitse deelstaat Baden-Württemberg te Stuttgart (Bondsrepubliek Duitsland) tot overname van de tenuitvoerlegging van een rechterlijke beslissing tegen:

[Veroordeelde], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1964, ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting "Rijnmond, locatie "De Schie" te Rotterdam.

1. Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de veroordeelde. Namens deze heeft mr. G. Spong, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur en aanvullende schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schrifturen zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit. Het bij aanvullende schriftuur voorgestelde middel is nader schriftelijk toegelicht.

De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot zodanige op art. 32, negende lid, Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen gebaseerde beslissing als de Hoge Raad gepast zal voorkomen.

2. Beoordeling van het bij aanvullende schriftuur voorgestelde middel

2.1. Het middel klaagt blijkens de daarop gegeven nadere toelichting dat het onderzoek van de Rechtbank aan nietigheid lijdt omdat het proces-verbaal van de terechtzitting van 12 mei 2006 niet is ondertekend.

2.2. Het in het middel bedoelde proces-verbaal eindigt aldus:

"Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en griffier is vastgesteld en ondertekend."

2.3. Dat proces-verbaal is evenwel, in strijd met art. 327 Sv in verbinding met art. 28, vierde lid, Wet tenuitvoerlegging strafvonnissen niet ondertekend. Daardoor mist het proces-verbaal rechtskracht. Zoals in de conclusie van de Advocaat-Generaal is uiteengezet kan dit verzuim blijkens bij de Rechtbank ingewonnen nadere informatie, niet worden hersteld. Een en ander brengt mee dat het onderzoek van de Rechtbank en de naar aanleiding daarvan gewezen uitspraak aan nietigheid lijden.

2.4. Het middel slaagt.

3. Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, de overige middelen geen bespreking behoeven en als volgt moet worden beslist.

4. Beslissing

De Hoge Raad:

vernietigt de bestreden uitspraak;

wijst de zaak terug naar de Rechtbank te Arnhem, opdat de zaak op de bestaande vordering opnieuw wordt behandeld en afgedaan.

Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren J.W. Ilsink en M.A. Loth, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 19 mei 2009.