Home

Hoge Raad, 03-11-2009, BK1795, 07/13119

Hoge Raad, 03-11-2009, BK1795, 07/13119

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
3 november 2009
Datum publicatie
4 november 2009
ECLI
ECLI:NL:HR:2009:BK1795
Formele relaties
Zaaknummer
07/13119

Inhoudsindicatie

Conclusie AG strekkende tot ambtshalve cassatie m.b.t. de vordering van de b.p. HR: 81 RO.

Uitspraak

3 november 2009

Strafkamer

nr. 07/13119

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 29 oktober 2007, nummer 22/006068-06, in de strafzaak tegen:

[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1965, wonende te [woonplaats].

1. Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J.-F. Grégoire, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Advocaat-Generaal Jörg heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, doch uitsluitend voor wat betreft 's Hofs veroordelingen van verzoeker tot betaling van de te vergoeden bedragen aan de benadeelde partijen, tot nietigverklaring daarvan en tot verwerping van het beroep voor het overige.

2. Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3. Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en W.M.E. Thomassen, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven, en uitgesproken op 3 november 2009.