Hoge Raad, 26-11-2013, ECLI:NL:HR:2013:1420, 12/04592
Hoge Raad, 26-11-2013, ECLI:NL:HR:2013:1420, 12/04592
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 26 november 2013
- Datum publicatie
- 26 november 2013
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2013:1420
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSGR:2011:BR0686, Bekrachtiging/bevestiging
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1007, Gevolgd
- Zaaknummer
- 12/04592
Inhoudsindicatie
Oorlogsmisdrijven Rwanda. Levenslang. HR: 81.1 RO en ambtshalve: constatering overschrijding van de redelijke termijn.
Uitspraak
26 november 2013
Strafkamer
nr. 12/04592
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 7 juli 2011, nummer 22/002613-09, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1968.
1 Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. A.B.G.T. von Bóné, advocaat te Rotterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De waarnemend Advocaat-Generaal J. Wortel heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Ambtshalve beoordeling van de bestreden uitspraak
De verdachte, die zich in voorlopige hechtenis bevindt, heeft op 19 juli 2011 beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad doet uitspraak nadat meer dan zestien maanden zijn verstreken na het instellen van het cassatieberoep. Aangezien de aan de verdachte opgelegde levenslange gevangenisstraf zich naar haar aard niet voor vermindering leent, is er geen aanleiding om aan het oordeel dat de redelijke termijn is overschreden enig rechtsgevolg te verbinden en zal de Hoge Raad met dat oordeel volstaan.