Home

Hoge Raad, 04-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:805, 13/02023

Hoge Raad, 04-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:805, 13/02023

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
4 april 2014
Datum publicatie
4 april 2014
Annotator
ECLI
ECLI:NL:HR:2014:805
Formele relaties
Zaaknummer
13/02023
Relevante informatie
Successiewet 1956 [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 35b

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

4 april 2014

Nr. 13/02023

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 5 maart 2013, nr. 12/00183, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Arnhem (nr. AWB 11/3348) betreffende een aanslag in de erfbelasting.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

2 Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling (vgl. onder meer HR 21 februari 2014, nr. 13/00455, ECLI:NL:HR:2014:339, V-N 2014/12.18 en HR 22 november 2013, nr. 13/02453, ECLI:NL:HR:2013:1212, BNB 2014/31.)

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing