Hoge Raad, 28-10-2016, ECLI:NL:HR:2016:2443, 16/01691
Hoge Raad, 28-10-2016, ECLI:NL:HR:2016:2443, 16/01691
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 28 oktober 2016
- Datum publicatie
- 28 oktober 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:2443
- Formele relaties
- In cassatie op: ECLI:NL:CRVB:2016:759
- Zaaknummer
- 16/01691
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
28 oktober 2016
Nr. 16/01691
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X1] te [Z] en [X2] te [Q] (hierna: belanghebbenden) tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 4 maart 2016, nrs. 14/134 AOW en 14/212 AOW, op de hoger beroepen van belanghebbenden tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nrs. 13/3249 en 13/3250) betreffende een besluit van de Sociale verzekeringsbank (hierna: de Svb) ingevolge de Algemene Ouderdomswet.
1 Geding in cassatie
Belanghebbenden hebben tegen de uitspraak van de Centrale Raad beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Svb heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbenden hebben een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.