Hoge Raad, 02-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2751, 16/03495
Hoge Raad, 02-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2751, 16/03495
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 2 december 2016
- Datum publicatie
- 2 december 2016
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:2751
- Formele relaties
- In cassatie op: ECLI:NL:CRVB:2016:2047
- Zaaknummer
- 16/03495
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
2 december 2016
Nr. 16/03495
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 1 juni 2016, nr. 14/3623 WW, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. HAA 13/4201) betreffende een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen ingevolge de Werkloosheidswet.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Centrale Raad beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.