Hoge Raad, 08-04-2016, ECLI:NL:HR:2016:587, 15/02606
Hoge Raad, 08-04-2016, ECLI:NL:HR:2016:587, 15/02606
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 8 april 2016
- Datum publicatie
- 8 april 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:587
- Formele relaties
- In cassatie op: ECLI:NL:CRVB:2015:1362
- Zaaknummer
- 15/02606
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
8 april 2016
Nr. 15/02606
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 24 april 2015, nr. 13/5606 AOW, op het hoger beroep van de Sociale verzekeringsbank (hierna: de SVB) tegen een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam (nr. 13/657) betreffende een besluit van de SVB ingevolge de Algemene Ouderdomswet.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Centrale Raad beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De SVB heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.