Hoge Raad, 19-01-2016, ECLI:NL:HR:2016:76, 14/03664
Hoge Raad, 19-01-2016, ECLI:NL:HR:2016:76, 14/03664
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 19 januari 2016
- Datum publicatie
- 19 januari 2016
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:76
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:2499, Gevolgd
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2014:2207, (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen
- Zaaknummer
- 14/03664
Inhoudsindicatie
OM-cassatie. Op de gronden die zijn vermeld in ECLI:NL:HR:2016:23 is het middel terecht voorgesteld.
Uitspraak
19 januari 2016
Strafkamer
nr. S 14/03664
BKL
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 2 juli 2014, nummer 22/000125-13, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1978.
1 Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de Advocaat-Generaal bij het Hof. Deze heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De raadsman van de verdachte, mr. R.J. Baumgardt, advocaat te Spijkenisse, heeft het beroep tegengesproken.
De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het middel
Op de gronden die zijn vermeld in het heden uitgesproken arrest in de zaak HR 19 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:23 is het middel terecht voorgesteld.
3 Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.
4 Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
verwijst de zaak naar het Gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 januari 2016.