Hoge Raad, 17-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:256, 16/02573
Hoge Raad, 17-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:256, 16/02573
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 17 februari 2017
- Datum publicatie
- 17 februari 2017
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:256
- Formele relaties
- In cassatie op: ECLI:NL:CRVB:2016:1225
- Zaaknummer
- 16/02573
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
17 februari 2017
Nr. 16/02573
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 1 april 2016, nr. 14/2851 AOW, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. SGR 13/9536) betreffende een besluit van de Sociale verzekeringsbank ingevolge de Algemene Ouderdomswet.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Centrale Raad beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Raad van Bestuur van de Sociale Verzekeringsbank heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.