Hoge Raad, 15-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3135, 17/04796
Hoge Raad, 15-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3135, 17/04796
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 15 december 2017
- Datum publicatie
- 15 december 2017
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:3135
- Formele relaties
- In cassatie op: ECLI:NL:CRVB:2017:2903
- Zaaknummer
- 17/04796
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
15 december 2017
Nr. 17/04796
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 23 augustus 2017, nrs. 14/6765 ZW en 15/7045 ZW, betreffende besluiten van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen ingevolge de Ziektewet.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur‑Generaal – het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 15 december 2017.