Hoge Raad, 26-01-2018, ECLI:NL:HR:2018:95, 17/04901
Hoge Raad, 26-01-2018, ECLI:NL:HR:2018:95, 17/04901
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 26 januari 2018
- Datum publicatie
- 26 januari 2018
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:95
- Formele relaties
- In cassatie op: ECLI:NL:CRVB:2017:3034
- Zaaknummer
- 17/04901
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
26 januari 2018
Nr. 17/04901
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X1] te [Z1] en [X2] te [Z2] (hierna:belanghebbenden) tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 5 september 2017, nrs. 16/25 WWB, 16/26 WWB, 16/27 WWB en 16/29 WWB, betreffende besluiten van het Drechtstedenbestuur ingevolge de Wet werk en bijstand.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur‑Generaal – het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 26 januari 2018.