Hoge Raad, 31-03-2023, ECLI:NL:HR:2023:510, 22/03072
Hoge Raad, 31-03-2023, ECLI:NL:HR:2023:510, 22/03072
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 31 maart 2023
- Datum publicatie
- 31 maart 2023
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2023:510
- Formele relaties
- In cassatie op: ECLI:NL:CRVB:2022:1453
- Zaaknummer
- 22/03072
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 22/03072
Datum 31 maart 2023
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
de RAAD VAN BESTUUR VAN DE SOCIALE VERZEKERINGSBANK
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 24 juni 2022, nr. 21/3485 AOW1, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland (nr. 20/3273) betreffende een besluit van de Sociale verzekeringsbank ingevolge de Algemene Ouderdomswet.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.
De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).
2 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren J. Wortel en M.T. Boerlage, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 31 maart 2023.