Home

Hoge Raad, 05-04-2024, ECLI:NL:HR:2024:542, 24/00404

Hoge Raad, 05-04-2024, ECLI:NL:HR:2024:542, 24/00404

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
5 april 2024
Datum publicatie
5 april 2024
Annotator
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:542
Formele relaties
Zaaknummer
24/00404

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 24/00404

Datum 5 april 2024

ARREST

in de zaak van

[X] (hierna: belanghebbende)

tegen

de RAAD VAN BESTUUR VAN DE SOCIALE VERZEKERINGSBANK

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 12 januari 2024, nrs. 22/1643 AOW en 22/1644 AOW1, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam (nrs. 21/1250 en 21/4346) betreffende een besluit van de Sociale verzekeringsbank ingevolge de Algemene Ouderdomswet.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.

De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).

2 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.R. van Eijsden als voorzitter, en de raadsheren J. Wortel en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 5 april 2024.