Home

Rechtbank Rotterdam, 15-11-2023, ECLI:NL:RBROT:2023:12991, ROT 22/2169

Rechtbank Rotterdam, 15-11-2023, ECLI:NL:RBROT:2023:12991, ROT 22/2169

Gegevens

Instantie
Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak
15 november 2023
Datum publicatie
26 maart 2024
Annotator
ECLI
ECLI:NL:RBROT:2023:12991
Formele relaties
Zaaknummer
ROT 22/2169

Inhoudsindicatie

WIA, afwijzing aanvraag einde wachttijd, heropening voor nadere reactie verweerder, beperkingen pas in beroep correct vastgesteld, in beroep geselecteerde functies passend voor eiser, beroep gegrond, vernietiging bestreden besluit, instandlating rechtsgevolgen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Bestuursrecht

zaaknummer: ROT 22/2169

[naam eiser], uit [plaatsnaam], eiser

(gemachtigde: mr. C.F.M. van den Ekart),

en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, het UWV

(gemachtigde: mr. S. Roodenburg).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser dat ziet op de afwijzing van zijn aanvraag om een WIA1-uitkering.

1.1.

Het UWV heeft deze aanvraag met het besluit van 9 april 2021 afgewezen. Met het bestreden besluit van 25 maart 2022 op het bezwaar van eiser is het UWV bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.

1.2.

Het UWV heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift. Partijen hebben vervolgens nadere stukken ingediend.

1.3.

De rechtbank heeft het beroep op 5 december 2022 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van het UWV. De rechtbank heeft het onderzoek op de zitting gesloten.

1.4.

Op 20 december 2022 heeft de rechtbank het onderzoek heropend om het UWV in de gelegenheid te stellen een nadere reactie over te leggen. Het UWV heeft die reactie op 17 januari 2023 aan de rechtbank toegezonden. Eiser heeft daar op 16 maart 2023 op gereageerd.
1.5. Nadat geen van de partijen de rechtbank had laten weten een tweede zitting te willen, heeft de rechtbank het onderzoek gesloten.

Totstandkoming van het besluit

2. Eiser heeft zich op 14 maart 2019 ziekgemeld in verband met een galblaasoperatie. In de periode daarna bleef eiser pijnklachten aan zijn buik houden. Ook had hij nog last van klachten aan zijn linkerpols en allergieklachten.
2.1. Toen eiser bijna twee jaar ziek was, heeft hij een WIA-uitkering aangevraagd. In verband daarmee heeft een verzekeringsgeneeskundig onderzoek plaatsgevonden. In het rapport van 23 maart 2021 heeft de verzekeringsarts geconcludeerd dat eiser beperkingen heeft bij het verrichten van arbeid.2 Deze beperkingen heeft de verzekeringsarts vastgelegd in een zogenaamde functionele mogelijkhedenlijst (FML). De arbeidsdeskundige heeft vervolgens aan de hand van deze FML een aantal functies geselecteerd die eiser nog zou kunnen verrichten.3 Volgens de arbeidsdeskundige kan eiser met de middelste van de eerste drie functies 17,90% minder verdienen dan het loon dat hij verdiende voordat hij ziek werd. Omdat eiser meer dan 65% kan verdienen van het loon dat hij verdiende voordat hij ziek werd, heeft het UWV met het besluit van 9 april 2021 bepaald dat eiser per 11 maart 2021 geen WIA-uitkering krijgt.

2.2.

Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt. Daarom heeft er een heroverweging plaatsgevonden waarbij de verzekeringsarts bezwaar en beroep en de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep de zaak nog eens hebben bekeken. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in zijn rapport van 9 februari 2022 geconcludeerd dat er te weinig beperkingen in de FML zijn opgenomen. Daarom heeft hij de FML op 9 februari 2022 op een aantal punten aangepast. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft met deze aangepaste FML opnieuw gekeken naar de geselecteerde functies. Hij is tot de conclusie gekomen dat eiser niet al deze functies kan verrichten. Wel heeft hij voldoende andere functies gevonden die eiser zou kunnen verrichten.4 Volgens de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep kan eiser met de middelste van de eerste drie functies 26,32% minder verdienen dan het loon dat hij verdiende voordat hij ziek werd. Omdat eiser nog steeds meer dan 65% kan verdienen van het loon dat hij verdiende voordat hij ziek werd, heeft het UWV met het bestreden besluit het bezwaar van eiser ongegrond verklaard. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.

Beoordeling door de rechtbank

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving