Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 20-01-2020, ECLI:NL:RBZWB:2020:174, AWB - 19 _ 2899

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 20-01-2020, ECLI:NL:RBZWB:2020:174, AWB - 19 _ 2899

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
20 januari 2020
Datum publicatie
24 januari 2020
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2020:174
Formele relaties
Zaaknummer
AWB - 19 _ 2899

Inhoudsindicatie

Opschorting AIO-uitkering. Eisers hebben (mogelijk) vermogen in het buitenland. De SVB is vanaf oktober 2016 bezig om gegevens hierover boven tafel te krijgen. Door omstandigheden is het lange tijd niet mogelijk geweest om deze informatie te verkrijgen. De SVB heeft de AIO-uitkering in december 2018 opgeschort, omdat eisers de gevraagde informatie nog steeds niet hadden ingeleverd. De rechtbank vindt het door eisers gestelde tijdsverloop niet onredelijk bezwarend. Eisers zijn vaak genoeg geïnformeerd over de gegevens die de SVB nodig had om het recht op uitkering vast te stellen. Dat eisers – ondanks het niet inleveren van de gegevens – in november 2017 weer een AIO-uitkering hebben gekregen, betekent niet dat zij ervan uit mochten gaan dat die informatie niet meer nodig was. Geen geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel.

Uitspraak

Zittingsplaats Breda

Bestuursrecht

zaaknummer: BRE 19/2899 PW

gemachtigde: mr. F. Ergec,

en

Procesverloop

In het besluit van 6 december 2018 heeft de SVB de AIO1-uitkering van eisers opgeschort. Dit betekent dat zij tijdelijk geen recht hebben op deze uitkering.

In het besluit van 17 mei 2019 (bestreden besluit) heeft de SVB het bezwaar van eisers tegen het besluit van 6 december 2018 ongegrond verklaard.

Eisers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Het beroep is besproken op de zitting van de rechtbank op 12 december 2019. Hierbij waren aanwezig de gemachtigde van eisers en mr. A. Marijnissen namens de SVB.

Overwegingen

1. Eisers ontvangen van de SVB een AIO-uitkering. Deze uitkering vult het inkomen aan tot het sociaal minimum als men een onvolledige AOW2 en weinig vermogen heeft. Soms verblijven eisers te lang in het buitenland. Hun AIO-uitkering wordt dan beëindigd.

Vermogen in het buitenland

2. In 2016 komt de SVB erachter dat eisers (mogelijk) vermogen in het buitenland hebben. Zo hebben eisers tijdens een gesprek verklaard dat de heer [naam eiser1] met zijn broer en zussen een pand van hun ouders hebben geërfd. Dit pand zou staan in de gemeente [naam gemeente] . Daarnaast blijkt uit een website van de afdeling onroerendgoedbelasting van de gemeente [naam gemeente] dat mevrouw [naam eiser2] een perceel grond op haar naam heeft staan.

Vanaf oktober 2016 probeert de SVB gegevens over dit vermogen boven tafel te krijgen. Zo is in december 2017 nog een brief gestuurd, waarbij eisers tot eind februari 2018 de tijd hebben gekregen om een opgave uit het kadaster van de gemeente [naam gemeente] in te leveren bij de SVB. Eisers hebben de gevraagde informatie toen niet ingeleverd.

Toekenning AIO-uitkering

3. Ondertussen hadden eisers in december 2017 ook weer een nieuwe aanvraag ingediend voor een AIO-uitkering. De SVB heeft de aanvraag op 19 april 2018 ingewilligd en bepaald dat eisers vanaf 23 november 2017 een AIO-uitkering krijgen.

Opnieuw informatie opvragen over vermogen in het buitenland

4. In juli 2018 heeft de SVB eisers opnieuw een brief gestuurd om de informatie uit het kadaster te verkrijgen. Eisers hebben tot halverwege september 2018 de tijd gekregen om deze informatie te verstrekken. In de brief staat dat als eisers niet reageren, zij het risico lopen dat de AIO-uitkering wordt stopgezet.

Waar gaat het in deze zaak om?

5. De SVB heeft de AIO-uitkering opgeschort per 1 december 2018. Dit betekent dat eisers tijdelijk geen uitkering krijgen. De SVB heeft dit gedaan omdat eisers de gevraagde gegevens niet hebben ingeleverd. Eisers zijn het niet eens met de opschorting van hun uitkering. Dit is waar het in deze zaak om gaat.

Wat vindt de rechtbank van deze zaak?

6. Eisers hebben in 2016 verklaard dat de heer [naam eiser1] mede-eigenaar is van een pand in de gemeente [naam gemeente] . Ook mevrouw [naam eiser2] zou in die gemeente een perceel grond bezitten. De vraag of eisers vermogen in het buitenland hebben, is van belang voor de beoordeling van hun recht op de AIO-uitkering. De SVB mocht daarom aan eisers vragen om de gegevens van het kadaster in te leveren.

7. De SVB heeft voor het eerst in oktober 2016 gegevens van het kadaster bij eisers opgevraagd. De SVB heeft de AIO-uitkering in december 2018 opgeschort, omdat eisers die gegevens niet zouden hebben ingeleverd. Eisers vinden echter dat de SVB na zo’n lange tijd niet meer tot opschorting van de uitkering over kan gaan.

De rechtbank is het daar niet mee eens.

Ten eerste is opschorting van de AIO-uitkering alleen mogelijk als eisers zo’n uitkering ontvangen. Tussen oktober 2016 en december 2018 zijn er periodes geweest dat eisers geen recht hadden op een AIO-uitkering. Opschorting van de uitkering was op die momenten dan ook niet aan de orde.

Ten tweede blijkt uit het dossier dat de SVB met enige regelmaat gegevens van het kadaster bij eisers heeft opgevraagd. De SVB is in oktober 2016 begonnen om die gegevens boven tafel te krijgen. Eisers hebben toen aangegeven dat het op dat moment niet mogelijk was om die gegevens te verstrekken vanwege de politieke situatie in Turkije. Eind december 2016 heeft de SVB aan eisers gevraagd om de SVB te machtigen om de gegevens bij het kadaster op te vragen. Hiervoor was het nodig dat eisers kopieën van hun Turkse identiteitsbewijzen naar de SVB zouden opsturen. Deze procedure is in april 2017 stopgezet, omdat het volgens de SVB op dat moment niet mogelijk was om met een machtiging informatie bij het kadaster op te vragen. Onder deze omstandigheden was opschorting van de uitkering in die periode ook niet aan de orde.

Vervolgens heeft de SVB in december 2017 en juli 2018 weer aan eisers gevraagd om informatie van het kadaster te verstrekken. Eisers zijn van augustus 2018 tot november 2018 nog op vakantie geweest. Pas nadat eisers bij terugkomst in Nederland de gegevens van het kadaster nog steeds niet hadden ingeleverd, is de SVB tot opschorting overgegaan.

De rechtbank vindt het door eisers gestelde tijdsverloop niet onredelijk bezwarend. Eisers zijn vaak genoeg geïnformeerd over de gegevens die de SVB nodig had om het recht op de uitkering vast te stellen. Eisers hebben ruimschoots de tijd gehad om de gevraagde gegevens te verstrekken. Eisers hebben niet aannemelijk gemaakt dat zij vanaf december 2017 niet in staat waren om de gegevens van het kadaster te verstrekken. Zij hebben de SVB ook niet om extra tijd gevraagd om die gegevens aan te leveren. De SVB was dan ook bevoegd om tot opschorting over te gaan.

8. Eisers hebben verder nog een beroep gedaan op het vertrouwensbeginsel. De SVB heeft eisers per 23 november 2017 weer een AIO-uitkering toegekend. Volgens eisers mochten zij er daarom op vertrouwen dat zij recht hadden op die uitkering en dat de problematiek rondom het opvragen van gegevens uit het kadaster was opgelost. Eisers wijzen daarbij op een rapportage van de SVB van 20 september 2016. Hierin staat dat als eisers de gegevens van het kadaster niet verstrekken, de AIO-uitkering niet opnieuw kan worden toegekend.

De rechtbank vindt dat eisers geen geslaagd beroep kunnen doen op het vertrouwensbeginsel. Uit het toekenningsbesluit van 19 april 2018 kan niet worden afgeleid dat het vermogen van eisers in het buitenland niet meer van belang is voor het recht op een AIO-uitkering. Dit vertrouwen kan ook niet worden ontleend in combinatie met de door eisers aangehaalde passage uit de rapportage van de SVB van 20 september 2016. Het gaat hier namelijk om een interne rapportage die mogelijk pas in de bezwaarprocedure aan eisers is verstrekt. Eisers hebben in ieder geval niet aannemelijk gemaakt dat er ten tijde van het toekenningsbesluit een concrete en uitdrukkelijke toezegging was dat zij de gegevens van het kadaster niet meer hoefden te verstrekken.

9. Het beroep is ongegrond. Er is geen reden voor een proceskostenveroordeling.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande, voorzitter, en mr. L.P. Hertsig en mr. V.M. Schotanus, leden, in aanwezigheid van E.C. Petrusma, griffier en in het openbaar uitgesproken op 20 januari 2020.

griffier voorzitter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?