Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 10-08-2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:4532, 02/193519-21 en 02/036435-22 (ttz. gev.)
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 10-08-2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:4532, 02/193519-21 en 02/036435-22 (ttz. gev.)
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 10 augustus 2022
- Datum publicatie
- 10 augustus 2022
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:RBZWB:2022:4532
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:CRVB:2023:1783, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- 02/193519-21 en 02/036435-22 (ttz. gev.)
Inhoudsindicatie
Cybercriminaliteit. Bewezenverklaring voorhanden hebben van een technisch hulpmiddel hoofdzakelijk geschikt gemaakt voor het plegen van computercriminaliteit en het voorhanden hebben van creditcardgegevens waarvan verdachte wist dat deze uit misdrijf waren verkregen. Recidive. Gevangenisstraf 12 maanden. Beslag
Uitspraak
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02/193519-21 en 02/036435-22 (ttz. gev.)
vonnis van de meervoudige kamer van 10 augustus 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1994 te [geboorteplaats] ,
gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting te Westzaan, Smeet 1 1551 NG,
bijgestaan door raadsman mr. R. Engwegen, advocaat te Echt.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 27 juli 2022, waarbij de officier van justitie, mr. W.J.W.K. Suijkerbuijk, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt. Ter zitting zijn de bovengenoemde parketnummers gevoegd. Tevens zijn de vorderingen van de benadeelde partijen en het beslag aan de orde gekomen.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is aangepast overeenkomstig artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering. De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
02/193519-21
De verdenking komt er - kort en feitelijk weergegeven - op neer dat verdachte
feit 1: samen met één of meer anderen personen heeft opgelicht;
feit 2: samen met één of meer anderen geldbedragen heeft gestolen door te pinnen met andermans pinpassen;
feit 3: zich samen met één of meer anderen schuldig heeft gemaakt aan gewoontewitwassen.
02/036435-22
De verdenking komt er – kort en feitelijk weergegeven – op neer dat verdachte
feit 1: verschillende softwareprogramma’s, (voorbeelden van) phishing e-mails en lijsten met e-mailadressen voorhanden heeft gehad met het oogmerk om computerfraudedelicten te plegen;
feit 2: samen met één of meer anderen creditcardgegevens voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat deze door misdrijf waren verkregen.
3 De voorvragen
De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.