Raad van State adviseert over Wet tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek
Raad van State adviseert over Wet tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek
Gegevens
- Nummer
- 2024/116
- Publicatiedatum
- 14 augustus 2024
- Auteur
- Redactie
- Rubriek
- Overig
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft op 24 juli 2024 het advies vastgesteld over het wetsvoorstel Wet tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek. Het advies is op 29 juli 2024 gepubliceerd op de website van de Raad van State.
Achtergrond
Het wetsvoorstel wijzigt de Participatiewet en moet een tijdelijke oplossing bieden voor de zogenaamde ‘alleenverdienersproblematiek’: onder bepaalde omstandigheden hebben huishoudens met een alleenverdiener namelijk een lager besteedbaar inkomen dan vergelijkbare huishoudens in de bijstand. Dit speelt al geruime tijd. Het wetsvoorstel regelt dat het college van burgemeester en wethouders ambtshalve of op aanvraag een tegemoetkoming kan toekennen aan een afgebakende doelgroep van alleenverdieners. De tegemoetkoming is een vast bedrag, dat jaarlijks door de minister wordt vastgesteld. Een structurele oplossing voor de alleenverdienersproblematiek wordt verwacht per 2028.
Deze problematiek is een gevolg van verschillende afbouwpaden van de dubbele algemene heffingskorting in de inkomstenbelasting en de bijstand. Als gevolg hiervan betalen huishoudens met een alleenverdiener meer inkomstenbelasting dan huishoudens met eenzelfde inkomen waarbij beide partners een bijstandsuitkering ontvangen. Bij een vergelijkbaar netto-inkomen ontvangen huishoudens met een alleenverdiener bovendien minder hoge toeslagen, doordat hun bruto-inkomen hoger is. Onder omstandigheden hebben huishoudens met een alleenverdiener daardoor een lager besteedbaar inkomen dan vergelijkbare huishoudens in de bijstand.
Overbruggingsregeling
De Afdeling advisering begrijpt de wens van de regering om, in afwachting van de definitieve oplossing, te voorzien in een tijdelijke oplossing voor de alleenverdienersproblematiek. De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 27 september 2022 (ECLI:NL:CRVB:2022:195) speelt hierin een rol. De Centrale Raad oordeelde in deze uitspraak dat het college van burgemeester en wethouders het verschil tussen het inkomen van een huishouden met een alleenverdiener en dat van een echtpaar in de bijstand moet compenseren door aanvullend bijstand op grond van de Participatiewet toe te kennen.
Het is volgens de Afdeling advisering ook begrijpelijk dat is gekozen voor uitvoering van deze tijdelijke regeling door gemeenten en dat de vormgeving van de regeling is afgestemd op de beperkte mogelijkheden die gemeenten in dat kader hebben. Uitvoering op centraal niveau is immers niet mogelijk gebleken.
In verschillende opzichten gebrekkig
De tijdelijke regeling roept desondanks veel nieuwe (juridische) vragen op, terwijl deze de gesignaleerde knelpunten niet volledig wegneemt. De Afdeling advisering merkt daarbij op dat geen sprake is van een door externe factoren veroorzaakte noodsituatie, maar van een (voorzienbaar) gevolg van een samenloop van nationale beleidsmaatregelen. Het past ook niet goed in de interbestuurlijke verhoudingen om gemeenten te belasten met oplossingen voor problemen die op nationaal niveau zijn ontstaan. De voorgestelde oplossing is dus in verschillende opzichten gebrekkig. De Afdeling advisering vindt dat problematisch.
Niet langer toepassen dan beoogd
De Afdeling adviseert om waar mogelijk de voorgestelde tijdelijke regeling nog op onderdelen te verbeteren. Omdat het niet mogelijk zal zijn om alle bezwaren weg te nemen, is het noodzakelijk dat de tijdelijke regeling zeker niet langer zal worden toegepast dan nu beoogd tot 2028.
Bronnen: Raad van State, 29 juli 2024 en Advies Afdeling advisering, 24 juli 2024