Centrale Raad van Beroep, 10-11-2017, ECLI:NL:CRVB:2017:3924, 14/1132 WIA-R
Centrale Raad van Beroep, 10-11-2017, ECLI:NL:CRVB:2017:3924, 14/1132 WIA-R
Gegevens
- Instantie
- Centrale Raad van Beroep
- Datum uitspraak
- 10 november 2017
- Datum publicatie
- 14 november 2017
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:CRVB:2017:3924
- Formele relaties
- Te rectificeren uitspraak: ECLI:NL:CRVB:2017:2557
- Zaaknummer
- 14/1132 WIA-R
Inhoudsindicatie
Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 14 juli 2017, 14/1132 WIA, ECLI:NL:CRVB:2017:2557, zie ECLI:NL:CRVB:2017:3923 voor de gerectificeerde tekst.
Uitspraak
14/1132 WIA-R
Datum uitspraak: 10 november 2017
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 14 juli 2017, 14/1132 WIA
Partijen:
[Appellant] te [woonplaats] (appellant)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
[Werkgever] te [vestigingsplaats]
de Staat der Nederlanden, Ministerie van Veiligheid en Justitie
PROCESVERLOOP
De Raad heeft, na hier door mr. K.U.J. Hopman, gemachtigde van appellant,
bij brief van 15 augustus 2017 op te zijn gewezen, vastgesteld dat in overweging 7 van de uitspraak en in de beslissing van de uitspraak van 14 juli 2017, 14/1132 WIA een onjuist bedrag aan proceskosten staat vermeld. Er zijn in deze procedure namelijk tweemaal zittingen bij de Raad geweest en is er daardoor 1 procespunt te weinig berekend. Tevens is ten onrechte als procespunt een bedrag van € 496,- gehanteerd, dit had moeten zijn € 495,-.
De Raad heeft daarin aanleiding gezien partijen in de gelegenheid te stellen zich schriftelijk uit te laten over een rectificatie van de uitspraak. Dit is bij brief van 14 september 2017 aan deze partijen meegedeeld.
Partijen hebben niet gereageerd binnen de in de brief van 14 september 2017 gestelde termijn van vier weken, in verband waarmee de Raad, naar in die brief is vermeld, ervan uitgaat dat bij partijen geen bezwaren bestaan tegen de voorgenomen rectificatie.
OVERWEGINGEN
De Raad wijzigt de uitspraak van 14 juli 2017, 14/1132 WIA als volgt.
Overweging 7 dient te gaan luiden:
7. Aanleiding bestaat om het Uwv te veroordelen in de proceskosten van appellant in beroep en hoger beroep. Deze kosten worden begroot op € 990,- in beroep en € 1485,- in hoger beroep, totaal 2475,-
De zevende bepaling in de beslissing wordt dan:
- Veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 2475,-.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep rectificeert de uitspraak 14/1132 WIA als in de overwegingen is weergegeven.
Deze uitspraak is gedaan door J.P.M. Zeijen als voorzitter en R.E. Bakker en L. Koper als leden, in tegenwoordigheid van R.L. Rijnen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 10 november 2017.
(getekend) J.P.M. Zeijen
(getekend) R.L. Rijnen