Home

Centrale Raad van Beroep, 19-04-2022, ECLI:NL:CRVB:2022:909, 20/3391 PW-PV

Centrale Raad van Beroep, 19-04-2022, ECLI:NL:CRVB:2022:909, 20/3391 PW-PV

Gegevens

Instantie
Centrale Raad van Beroep
Datum uitspraak
19 april 2022
Datum publicatie
11 mei 2022
Annotator
ECLI
ECLI:NL:CRVB:2022:909
Zaaknummer
20/3391 PW-PV

Inhoudsindicatie

Intrekking en terugvordering van bijstand. Gokactiviteiten. Appellante heeft haar inlichtingenverplichting geschonden door geen melding te maken van gokactiviteiten. Als gevolg daarvan kan het recht op bijstand niet worden vastgesteld.

Uitspraak

20 3391 PW-PV

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 1 september 2020, 20/2296 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[appellante] te [woonplaats] (appellante)

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam (het college)

Datum uitspraak: 19 april 2022

Zitting heeft: P.W. van Straalen

Griffier: R. van der Maarel

Appellante is niet verschenen ter zitting. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. L. van der Buijs.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.

Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij is gebaseerd op de volgende overwegingen.

Het gaat in deze zaak om een intrekking van bijstand over meerdere maanden in de periode van 1 juni 2018 tot en met 31 augustus 2019 en een terugvordering van gemaakte kosten van bijstand tot een bedrag van € 8.137,26.

Het college heeft daaraan ten grondslag gelegd dat appellante haar inlichtingenverplichting heeft geschonden door geen melding te maken van gokactiviteiten. Als gevolg daarvan kan het recht op bijstand niet worden vastgesteld.

Niet in geschil is dat appellante een gokstoornis heeft. Uit de verklaring van appellante van 22 juni 2019 volgt dat zij in de te beoordelen maanden heeft gegokt. Het hoger beroep komt er op neer dat appellante niet kan worden tegengeworpen dat zij van haar gokinkomsten geen administratie heeft bijgehouden en dat de onderhavige besluitvorming de facto neerkomt op een verbod op gokken in een casino.

De Raad stelt voorop dat het gokken op zichzelf een bezigheid is die gemeld moet worden, omdat uit de aard daarvan voortvloeit dat er inkomsten mee kunnen worden verworven. Appellante had het college hiervan op de hoogte moeten stellen, zodat het college kon onderzoeken of inkomsten werden verworven en tot welk bedrag. Vergelijk de uitspraken van 29 mei 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:1612, 5 maart 2019, ECLI:NL:CRVB:2019:703 en 15 december 2020, ECLI:NL:CRVB:2020:3422.

Omdat appellante geen melding heeft gemaakt van haar gokactiviteiten, heeft zij haar inlichtingenverplichting geschonden. Het lag in die situatie op de weg van appellante om aannemelijk te maken dat zij, als zij daarvan wel melding had gemaakt, recht op aanvullende bijstand zou hebben gehad. Dat zij geen administratie heeft bijgehouden in het casino is wellicht begrijpelijk, maar komt gelet op de schending van de inlichtingenverplichting voor haar rekening en risico. Omdat zij geen overzicht van haar gokactiviteiten heeft bijgehouden en ook niet op een andere manier met objectieve of verifieerbare gegevens de omvang van haar gokactiviteiten en de gokopbrengsten aannemelijk heeft gemaakt, bestaat geen inzicht in de omvang van de gokactiviteiten en ook niet in de daarmee gewonnen bedragen. Daarom kan het recht op bijstand in de hier aan de orde zijnde maanden niet worden vastgesteld.

Anders dan appellante stelt, houdt dit niet de facto een verbod in op gokken in het casino. Voor gokken in het casino geldt hetzelfde als voor andere op geld waardeerbare activiteiten. Die activiteiten zijn niet verboden en mogen naast de bijstand worden verricht. Je moet ze wel melden bij het college, zodat het college kan onderzoeken of daarmee inkomsten worden verworven en tot welk bedrag.

De gronden van appellante slagen niet. Om die reden wordt de aangevallen uitspraak bevestigd.

Voor een kostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Waarvan proces-verbaal.

De griffier Het lid van de enkelvoudige kamer

(getekend) R. van der Maarel (getekend) P.W. van Straalen