Gerechtshof Den Haag, 08-11-2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:3008, 200.267.534/01
Gerechtshof Den Haag, 08-11-2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:3008, 200.267.534/01
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 8 november 2019
- Datum publicatie
- 19 november 2019
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2019:3008
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2019:10632
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2022:311, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 200.267.534/01
Inhoudsindicatie
Kort Geding. Moeder (derdelander) en minderjarig kind met Nederlandse nationaliteit dreigen op straat te komen te staan. Vraag of op de Staat de plicht rust om moeder en kind op te vangen op grond van art. 3 en 8 EVRM, danwel art. 20 VwEU.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling Civiel recht
Zaaknummer : 200.267.534/01
Zaaknummer rechtbank : C/09/580912/KG ZA 19/947
arrest van 8 november 2019
inzake
2. [naam 1] , in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van [naam 2] ,
zonder vaste woon- of verblijfplaats, thans verblijvend te [plaats] ,
appellanten,
hierna gezamenlijk te noemen: [appellanten] en ieder afzonderlijk [appellante sub 1] en [kind] ,
advocaat: mr. E.C. Weijsenfeld te Haarlem,
tegen
De Staat der Nederlanden,
zetelend te Den Haag,
geïntimeerde,
hierna te noemen: De Staat,
advocaat: mr. E.C. Pietermaat te Den Haag.