Gerechtshof 's-Gravenhage, 17-10-2005, AU5063, 2200711304
Gerechtshof 's-Gravenhage, 17-10-2005, AU5063, 2200711304
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Gravenhage
- Datum uitspraak
- 17 oktober 2005
- Datum publicatie
- 26 oktober 2005
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:GHSGR:2005:AU5063
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2007:BA7694, (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen
- Conclusie in cassatie: ECLI:NL:PHR:2007:BA7694
- Zaaknummer
- 2200711304
Inhoudsindicatie
Verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan een overval, waarbij niet alleen is gedreigd met geweld doch waarbij ook daadwerkelijk geweld is gebruikt op de wijze zoals hiervoor bewezenverklaard. Verdachte heeft geen aandacht gehad voor de angst die daardoor bij de slachtoffers teweeg wordt gebracht. Hij heeft welbewust gehandeld voor zijn eigen financiële gewin en zich daarbij niets gelegen laten liggen aan het leed dat hij hiermee bij anderen heeft veroorzaakt. De ervaring leert dat slachtoffers van (bank)overvallen veelal langdurig psychische problemen van het gebeurde ondervinden.
Naast het voormelde heeft de verdachte zich meermalen schuldig gemaakt aan schuldheling en heeft hij een pistool en bijbehorende munitie voorhanden gehad.
Veroordeling tot 6 jaar gevangenisstraf.
Uitspraak
Rolnummer: 22-007113-04
Parketnummer: 09-757463-04
Datum uitspraak: 17 oktober 2005
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank te 's-Gravenhage van 8 november 2004 in de strafzaak tegen de verdachte:
Michel Pieter Theodoor V[.],
[adres]
thans verblijvende in penitentiaire inrichting Vught "Nieuw Vosseveld 2 LAA" te Vught.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 3 oktober 2005.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaarding, waarvan een kopie in dit arrest is gevoegd.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte van het onder 2 primair en 4 primair tenlastegelegde vrijgesproken en terzake van het onder 1, 2 subsidiair (opzetheling), 3, 4 subsidiair (opzetheling) en 5 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren, met aftrek van voorarrest.
De verdachte heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
Op grond van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 3 oktober 2005 acht het hof, met inachtneming van de behoedzaamheid ten aanzien van de bewijsmiddelen, niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte onder 2 primair, 4 primair en 5 is tenlastegelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 subsidiair (schuldheling), 3 en 4 subsidiair (schuldheling) tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
(zie de hierna ingevoegde bijlage die van dit arrest deel uitmaakt)
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van het onder 1 bewezenverklaarde:
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III en handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie.
Ten aanzien van het onder 2 (subsidiair) en onder 4 (subsidiair) bewezenverklaarde:
Schuldheling, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van het onder 3 bewezenverklaarde:
De voortgezette handeling van diefstal door twee of meer verenigde personen, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot vernietiging van het vonnis waarvan beroep en opnieuw rechtdoende tot veroordeling van de verdachte terzake van het onder 1, 2 subsidiair (opzetheling), 3, 4 subsidiair (opzetheling) en 5 tenlastegelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren, met aftrek van voorarrest.
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan een overval, waarbij niet alleen is gedreigd met geweld doch waarbij ook daadwerkelijk geweld is gebruikt op de wijze zoals hiervoor bewezenverklaard. Verdachte heeft geen aandacht gehad voor de angst die daardoor bij de slachtoffers teweeg wordt gebracht. Hij heeft welbewust gehandeld voor zijn eigen financiële gewin en zich daarbij niets gelegen laten liggen aan het leed dat hij hiermee bij anderen heeft veroorzaakt. De ervaring leert dat slachtoffers van (bank)overvallen veelal langdurig psychische problemen van het gebeurde ondervinden.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een ernstige vorm van criminaliteit die niet alleen zeer bedreigend en traumatiserend is voor de slachtoffers, doch die bovendien grote onrust en consternatie veroorzaakt in de samenleving in het algemeen.
Naast het voormelde heeft de verdachte zich meermalen schuldig gemaakt aan schuldheling en heeft hij een pistool en bijbehorende munitie voorhanden gehad.
Voorts is komen vast te staan dat de verdachte, blijkens een hem betreffend uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister d.d. 31 mei 2005, reeds eerder is veroordeeld voor het plegen van soortgelijke en andersoortige misdrijven, hetgeen hem er kennelijk niet van heeft weerhouden de onderhavige bewezenverklaarde misdrijven te plegen.
Naar het oordeel van het hof komen de ernst van het bewezenverklaarde en de door het hof in aanmerking genomen omstandigheden, ondanks dat het hof minder heeft bewezenverklaard dan de eerste rechter heeft gedaan en dan waartoe de advocaat-generaal heeft gerequireerd, onvoldoende tot uitdrukking in de door de eerste rechter opgelegde en door de advocaat-generaal gevorderde straf.
Het is op deze grond dat het hof komt tot het opleggen van een zwaardere straf.
Het hof is - alles overwegende -, mede gelet op de generale en speciale preventie, van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van navermelde duur een passende en geboden reactie vormt, teneinde de verdachte en onze samenleving duidelijk te maken dat het plegen van agressieve vermogensmisdrijven strenge afkeuring verdient.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 56, 57, 63, 310, 312 (oud), 317 en 417bis van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 (oud) van de Wet wapens en munitie.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 2 primair, 4 primair en 5 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 subsidiair (schuldheling), 3 en 4 subsidiair (schuldheling) tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen terzake meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert.
Verklaart de verdachte strafbaar terzake van het bewezenverklaarde.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) jaren.
Bepaalt dat de tijd, die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voorzover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door mrs. A.S.M. Horstink, N. Schaar en D.J.C. van den Broek,
in bijzijn van de griffier mr. I. Appel.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 17 oktober 2005.